Premium

Pogačar: 'Ik kan zeker mooie dingen laten zien in ééndagskoersen'

Tadej Pogačar maakte grote indruk in de Vuelta a España door drie etappes te winnen en een podiumplaats te bemachtigen. Voor de kenners was hij een bekende naam, maar dat hij in zijn eerste grote ronde zo goed zou presteren, kwam toch als een verrassing. Niet in de laatste plaats voor hemzelf.

Pogačar
  • Tadej Pogacar Tadej Pogacar

Pogačar is er de persoon niet naar om zichzelf op de borst te kloppen. Je zou het kunnen bestempelen als valse bescheidenheid, maar zonder verlegen over te komen zit het gewoon niet in Pogačars karakter om een spannend verhaal of prikkelend antwoord uit de mouw te schudden. Hij maakt zich verstaanbaar in goed Engels, maar het moge duidelijk zijn dat al de media-aandacht niet per se van hem hoeft. Hoewel hij met zijn fysieke prestaties thuis past tussen de grootste wielrenners ter aarde, oogt Pogačar buiten de race nog als een jochie. Terwijl 2020 in aantocht is kijkt hij op het trainingskamp van zijn ploeg UAE Team Emirates nog eens terug op het jaar van zijn doorbraak, waarin hij naast zijn goede Vuelta a España ook de eindzeges in de Volta ao Algarve en Tour of California voor zich opeiste. 

Pogačar zonder fiets zou je in de Kalverstraat hoogstwaarschijnlijk straal voorbijlopen, maar op het stalen ros straalt hij een en al klasse en kracht uit. Elke omwenteling is raak. Hij liet het in de Vuelta onder meer zien op de steile flanken van Los Machucos en met een lange solo naar Plataforma de Gredos. Wielerschrijver en ex-prof Peter Winnen beschreef het toptalent in De Volkskrantik zie het Sloveense jongetje vrijpostig koersen in de Vuelta met een meer dan volwassen pedaaltred. Hij is niet dik, niet dun, niet groot, niet klein. Eigenlijk is hij qua postuur een gemiddeld mannetje. Maar het aura - laat ik het maar gewoon een aura noemen - verraadt een buitengewone klasse. In één oogopslag is het duidelijk: hier rijdt iemand.

"Ik word na het afgelopen seizoen steeds vaker herkend door mensen op straat, maar vooral als ik op de fiets zit."

Pogačar op of naast de fiets is dus een wereld van verschil. Indrukwekkend en bleu. Ontembaar en volgend. Zelfverzekerd en bescheiden. De Slovenen herkennen vooral de fietsende Pogačar, zo vertelt de hoofdrolspeler eind december. Door de prestaties van Pogačar en Primož Roglič is Slovenië uitgegroeid tot een wielergekke natie. “Ik word na het afgelopen seizoen vaker herkend door mensen op straat, maar vooral als ik op de fiets zit. Wielrennen groeit en groeit in Slovenië. Je ziet steeds meer mensen zelf fietsen. Prachtig om te zien. Het is een van de grootste sporten in ons land aan het worden. Ik was zelf nog het meest verrast door mijn prestaties afgelopen jaar en nu ik erop terugkijk kan ik nog steeds niet geloven wat ik heb bereikt in mijn eerste profseizoen. Vooral de Vuelta was natuurlijk geweldig. Iedereen was op topniveau en het was onbeschrijfelijk om met Roglič en Valverde op het eindpodium te staan.”

Typisch jonger broertje

Zoals Bassie en Adriaan onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zo komen met prestaties vervolgens verwachtingen. Menig toptalent kan daar niet mee omgaan, maar de toekomstige generatie lijkt ijs door hun aderen te hebben stromen. Egan Bernal is net 23 jaar maar won al de Tour de France, Remco Evenepoel wordt de nieuwe Eddy Merckx genoemd maar stapte zonder moeite over van de junioren naar de profs en Pogačar boekte in zijn eerste profjaar doodleuk acht overwinningen. “Er is een nieuwe generatie opgestaan. Zo gaat dat om de tien jaar in de sport. Ik probeer de beste te worden en leg mezelf de nodige druk op. Niet op een slechte manier, maar juist om mezelf extra te motiveren. De ploeg legt me gelukkig nog niet veel druk op, maar uiteraard zal er meer stress komen in de toekomst. Ik hoop die stress om te kunnen blijven zetten in motivatie.”

Op het podium met Valverde en Roglic

Het is precies dezelfde uitspraak die Pogačar begin 2018 doet tegen het talentenplatform U23Cyclingzone. Druk is brandstof voor zijn motivatie. Dat was als kind al toen hij altijd tegen zijn oudere broer Tilan moest opboksen. Tegenover Procycling vertelde hij eerder over zijn jeugd en hoe hij begon met wielrennen. “Ik ben opgegroeid in Komenda, een klein dorpje in het noorden van Slovenië. Ik heb twee zussen en een broer. Ik hield altijd al van sport en deed aan hardlopen en voetbal, maar op een gegeven moment kwamen mijn broer Tilan en ik via een familievriend in aanraking met wielrennen. Vanaf mijn tiende was wielrennen mijn eerste sport. Ik kom verder niet uit een sportieve familie. Mijn vader is meubelontwerper en mijn moeder lerares.”

In zijn eerste race eindigt de rasklimmer als veertigste van de veertig renners, maar niet veel later rijdt hij iedereen al op een hoop. “Ik was een typisch jonger broertje”, onthulde Pogačar tegen The National, een medium uit de Emiraten. “Ik wilde altijd doen wat Tilan deed. Ik wilde hem verslaan en dacht dat dat in mijn eerste race al zou lukken, maar ik eindigde als laatste. Veel kinderen zouden stoppen, maar ik niet. Ik was vastberaden en een jaar later deed ik al mee om de bovenste plekken. Ik viel op bij Andrej Hauptman en later ontmoette ik Marko Polanc, de vader van mijn huidige ploegmaat Jan. Ik raakte goed bevriend met Jan en we fietsten regelmatig samen. Niet veel jonge renners krijgen de kans om met een prof te fietsen.”

"Ik was een typisch jonger broertje. Ik wilde altijd doen wat Tilan deed."

Al in zijn prille jeugd blijkt dat Pogačar uitzonderlijk getalenteerd is op een racefiets. Ex-prof Andrej Hauptman, in 2001 derde op het wereldkampioenschap op de weg en momenteel ploegleider van UAE Team Emirates, mag zich dus bestempelen als de ontdekker en wielervader van Pogačar. Hij blikt terug op de dag dat hij met open mond stond te kijken naar een koersje voor kinderen van zo’n twaalf jaar. “Ik was iets te laat”, aldus Hauptman tegen Procycling. “Het eerste wat ik zag was een grote groep renners met een klein en jonger mannetje honderd meter achter die groep. Ik vertelde de organisatoren dat ze iets moesten doen, zodat het jongetje terug kon komen bij de groep. Maar toen zeiden ze: ‘Het is niet wat je denkt, Andrej. Hij rijdt vooraan en heeft iedereen op een rondje gereden.’ Dat kleine jochie was Tadej.”

Tokio

Hauptman maakt Pogačar wegwijs in het wielrennen. De jonge Tadej is al snel de betere van zijn broer, die net voordat hij de overstap naar de junioren had moeten zetten stopt. Via Cycling Club Rog komt Pogačar terecht bij het continentale Ljubljana Gusto Xaurum. Als junior en belofte presteert hij goed en zet hij de schijnwerpers definitief op zich als hij in 2018 de Tour de l’Avenir op zijn naam schrijft door Nederlander Thymen Arensman voor te blijven. Daarmee trad hij in de voetsporen van onder anderen Bauke Mollema, Nairo Quintana en Bernal. Bij de profs trekt hij de goede lijn meteen door. Om komend seizoen nog beter voor de dag te komen zal hij huis en haard achter zich laten om optimaler te kunnen trainen, zo liet hij weten op het trainingskamp.

“Ik ga verhuizen naar Monaco. Ik heb er nog weinig tijd doorgebracht, maar ik weet dat je er heerlijk kunt trainen en dat het meestal goed weer is. In Slovenië regent het in de winter en ligt de temperatuur rond het vriespunt. Dat heeft wel als voordeel dat ik goed tegen koude omstandigheden kan. Voor mij was het wereldkampioenschap in Yorkshire dan ook te doen. Na dat wereldkampioenschap heb ik het rustig aan gedaan en genoten van de tijd die ik heb kunnen doorbrengen met mijn vriendin.”

Meteen raak in de Ronde van Valencia

Hij wordt achttiende in Engeland, terwijl hij in de verregende editie van Luik-Bastenaken-Luik eveneens als achttiende over de streep komt. Komend seizoen zal hij zich ook weer aan de start melden van de grootste eendagskoersen, maar Pogačar bekent dat hij presteren in grote en kleine rondes momenteel van groter belang vindt. “Als ik eendagskoersen op de juiste manier benader kan ik daarin zeker mooie dingen laten zien, maar voorlopig richt ik me meer op het rijden van klassementen. Dit seizoen rijd ik wel de Ardennenklassiekers en waarschijnlijk Milaan-Sanremo, maar ik kan niet zeggen dat ik me er specifiek op zal voorbereiden.”

Toch hoopt Pogačar in 2020 tijdens één eendagskoers in bloedvorm te verkeren: de Olympische Spelen in Tokio. Samen met de UAE Tour en Tour de France zijn grote doel deze jaargang. “Ik heb een mooi programma gekregen. Ik denk dat de combinatie Tour de France en Olympische Spelen te doen is. Als je je goed voorbereidt en op een hoog niveau uit de Tour komt, dan kun je ook nog goed zijn in Japan. In 2018 ben ik naar de Japan Cup geweest. Hoewel ik toen erg moe was, heb ik het parkoers van de Olympische Spelen kunnen zien. Het zal zwaar en bloedheet worden. In het Sloveense team hebben we een open manier van communiceren. Als Roglič zich goed voelt dan zal ik hem zeker helpen en hij zal voor mij hetzelfde doen.”

"We hopen met de ploeg top te presteren in de UAE Tour."

Met grote nieuwgierigheid zal er bovendien worden uitgekeken naar het debuut van Pogačar in de grootste koers ter wereld: de Tour de France. Na zijn topprestatie in de jongste Vuelta zal er de nodige druk op zijn schouders rusten. Een loopbaanopbouw via de Giro d’Italia behoorde ook tot de opties, maar het najagen van de roze trui past niet in zijn koersschema. “We hebben met de ploeg programma’s gemaakt voor de Tour en Giro. Ik heb erover nagedacht om naar Italië te trekken komend seizoen, maar we hopen met de ploeg top te presteren in de UAE Tour. Als je in de UAE Tour en Giro goed wil zijn dan is dat niet de perfecte situatie wat betreft trainingsopbouw.”

Fabio Aru

Pogačar zal in Frankrijk samen met Fabio Aru en Fernando Gaviria de vooruitgeschoven pion zijn bij UAE Team Emirates. Het jonkie van het team verschuilt zich alvast achter de niet al te brede schouders van zijn ervaren ploeggenoten. En dan vooral achter die van mede-klassementsrenner Aru. Gezien de verhoudingen van afgelopen seizoen zegt dat veel over de bescheidenheid van Pogačar buiten de koersen. “Mocht Fabio top zijn, dan zal ik hem honderd procent steunen. Mijn belangrijkste doel is om zo veel mogelijk te leren in de Tour. Ik wil gewoon plezier maken. Als ik een wedstrijd win denk ik niet: nu ben ik de beste. Zelfs als ik laatste zou worden, dan zou ik nog genieten van de sport. De Tour de France is de grootste koers ter wereld. Ik ben er klaar voor, maar de Tour zal anders zijn dan de Vuelta. Er zal meer aandacht zijn in Frankrijk, maar vanuit de ploeg is er geen bepaald doel gesteld.”

De weg naar de Tour de France verloopt via onder meer Parijs-Nice, de Ronde van het Baskenland, de Ardennenklassiekers en het Critérium du Dauphiné. In het hedendaagse wielrennen wordt het proces richting de grote doelen in de winter al ingezet. Geraint Thomas, vorig jaar rond deze tijd nog aan de zware kant, maakte deze winter trainingsdagen van acht uur. Pogačar reageert laconiek als hem dat wordt verteld. “Iedereen bereidt zich op zijn eigen manier voor, maar je zal mij niet acht uur op de fiets zien. Je koerst ook nooit zo lang. Ik train wel met mijn vermogensmeter, maar je moet ook luisteren naar je gevoel. Ik kijk niet te vaak op mijn metertje. Het is vooral handig tijdens tijdritten.”

"Er zal meer aandacht zijn in de Tour de France, maar vanuit de ploeg is er geen bepaald doel gesteld."

Richting de Tour de France zal hij niet veel op zijn tijdritfiets hoeven zitten, want in Frankrijk wacht enkel een beproeving tegen de klok met finish op de top van La Planche des Belles Filles. De klimmersbenen zullen het verschil maken. “Ik volgde de Tour de France al op jonge leeftijd. Ik begon met kijken in de tijd van Alberto Contador en de Schleck-broers, maar ik heb nooit een held gehad. Ik volg mijn eigen pad. Met vorig jaar was ik vanzelfsprekend onwijs blij, maar ik hoop komend seizoen een nog hoger niveau te halen.” Pogačars belangrijkste levensles in de sport is dan ook: Ik ben misschien niet de beste wielrenner, maar dat is wel waar ik naar streef. Misschien lukt het niet, maar ik zal het altijd blijven proberen. Pogačar is echter hard op weg om als jonge twintiger al de allerbeste te worden, want op de fiets is hij eigenlijk helemaal niet zo bescheiden. Eerder een veelvraat. 

Dit verhaal werd gepubliceerd in Wieler Revue #1.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Wieler Revue thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct