Poels
Premium

Wout Poels en Kevin Inkelaar: meester en leerling bij Bahrain-McLaren

Wat betreft het algemeen klassement in grote rondes ligt de focus op het moment vooral op de strijd tussen Team Ineos en Team Jumbo-Visma. Interessant zijn ook de ontwikkelingen bij Bahrain-McLaren. Wieler Revue nam poolshoogte bij de twee aangetrokken Nederlanders: Wout Poels (32) en Kevin Inkelaar (22).

  • INEOS Grenadiers INEOS Grenadiers
  • Team Jumbo-Visma Team Jumbo-Visma
  • Kevin Inkelaar Kevin Inkelaar
  • Wout Poels Wout Poels

De nieuwe koers van Bahrain-McLaren is misschien wel het beste af te lezen aan het tenue van dit seizoen. Waar de ploeg de voorbije jaren voor een flets rood outfit koos, is het rood-oranje-zwart van dit jaar flitsend. Er is dan ook een hoop anders ten opzichte van vorig jaar: kopman Vincenzo Nibali verliet de ploeg voor een dienstverband bij Trek-Segafredo, de eigenzinnige Rohan Dennis liet zijn contract ontbinden en met automerk McLaren werd er een hippe cosponsor aangetrokken als opvolger van fietsenmerk Merida. De blitse auto’s stonden tijdens de Tour Down Under te pronken langs de weg en helpen de ploeg om een snel en fris karakter te creëren in de normaliter vrij conservatieve wielerwereld. 

De belangrijkste zet is desalniettemin het aantrekken van ploegbaas Rod Ellingworth, die jarenlang de dienst uitmaakte bij Team Sky en nu de touwtjes stevig in handen krijgt bij Bahrain-McLaren. In zijn kielzog nam Ellingworth enkele renners mee die hij nog kende uit zijn tijd bij de Britse topploeg. Mikel Landa wordt klassementskopman, terwijl Ellingworth ervan overtuigd is dat Mark Cavendish onder zijn vleugels weer tot de beste sprinters ter wereld kan behoren. De dertigvoudig winnaar van een Touretappe noemde Ellingworth vorig jaar nog de belangrijkste persoon in de opmars van het Britse wielrennen. Dat is niet direct te zien, want Ellingworth opereert het liefst vanuit de schaduw. Naast Landa en Cavendish zette ook Wout Poels in augustus zijn handtekening onder een verbintenis bij Bahrain-McLaren. De Limburger is de enige renner die Ellingworth direct meeneemt van Team Ineos. 

Poels in het midden, Inkelaar rechts

Eigen dromen

Poels kon er ook voor kiezen om veilig op zijn honk te blijven bij Team Ineos, waar hij het altijd uitstekend naar zijn zin heeft gehad. Hij heeft er vrienden gemaakt, kent de weg als zijn broekzak en beleeft er jaar na jaar de grootst mogelijke successen. Eén nadeel: in de grote rondes is er altijd wel iemand die hoger staat in de pikorde. “De jongens bij Ineos vonden het jammer dat ik wegging, maar ze begrepen me. Ik hoop ook dat ze het spijtig vinden, want dat geeft aan dat ik een graag gezien iemand was. Ik wil niet zeggen dat Ineos als familie voelde, want als je twee jaar niet presteert word je plek ingenomen. Maar ik had een goede band met de begeleiding en renners. Met Froome heb ik nog weleens contact, maar het is niet dat we de deur bij elkaar platlopen. Met Thomas heb ik een vriendschappelijke band. G is altijd in voor een dolletje, maar het is niet zo dat hij me vertelt dat het nu niets meer gaat worden met me.”


We spreken de immer vrolijke Poels midden januari. Hij heeft net een zonnig en geslaagd trainingskamp achter de rug met een groot gedeelte van zijn nieuwe ploeg. In de regio Valencia zijn de omstandigheden perfect en kijkt hij uit naar wat komen gaat in 2020. Een seizoen waarin hij niet meer voor zijn kopman op kop van een elitegroepje hoeft te sleuren, maar waarin hij die knecht op kop juist probeert te kraken met demarrages. De doelen van de klimmer liggen in januari al grotendeels vast. Hij wil resultaat rijden in de Tirreno-Adriatico, heuvelklassiekers, Tour de France en als bondscoach Koos Moerenhout hem oproept op de Olympische Spelen in Japan. “Het moge duidelijk zijn dat ik geen contract getekend heb bij Bahrain-McLaren om precies dezelfde dingen te doen als de voorbije jaren bij Ineos. Daar is goed over gesproken met de ploeg.”

"Bij Ineos had ik alles wat ik nodig had, maar nu hoop ik mijn eigen dromen waar te kunnen maken."

Wout Poels

Het moet de afgelopen jaren een van de meest gestelde vragen zijn aan Poels: wanneer mag je voor eigen kans gaan in een grote ronde? De voormalig winnaar van Luik-Bastenaken-Luik gaf altijd netjes en geduldig antwoord. “Ik heb geen spijt. In 2016 tekende ik een contract voor drie jaar bij Sky. Dus ik wist dat ik weinig kansen zou krijgen, maar het is niet zo dat ik zelf helemaal niets mocht ondernemen. Dit was het goede moment om van ploeg te wisselen. Als ik later gestopt ben en ik kijk terug op mijn loopbaan dan wil ik niet denken: had ik die stap maar gezet. Ik kan door mijn keuze in ieder geval geen spijt krijgen van iets wat ik niet heb gedaan. Bij Ineos had ik alles wat ik nodig had qua begeleiding en materiaal, maar nu hoop ik mijn eigen dromen waar te kunnen maken.”

Samen met onder anderen Mikel Landa, Dylan Teuns en Pello Bilbao trekt Poels komende zomer naar de Tour de France. Van Landa is het zeker dat hij als klassementskopman zal worden uitgespeeld. Of Poels een klassement gaat nastreven is hij nog niet zeker van. “Normaal gezien krijg ik een volledig vrije rol, maar ik ben er nog niet over uit of ik een klassement wil rijden of voor ritzeges ga. Die eerste week van de Tour is echter zo lastig dat er in de eerste week al een klassement gemaakt gaat worden. Als ik er goed voor sta dan ga ik het uiteraard niet laten lopen. In de loop van het seizoen zal er meer duidelijk worden, maar ik kan wel zeggen dat een ritzege in de Tour de France heel hoog op mijn verlanglijstje staat. Een klassement zou ik ook eens willen proberen, maar ik weet hoe moeilijk dat is. Je moet constant gefocust zijn. Niet dat ik daar moeite mee heb, maar er mag gewoon niets fout gaan.”

Luik 2016, de grootste zege van Poels

Team Ineos 2.0

De weken voor de Tour de France van vorig jaar komt de interesse in Poels op gang. In de achterkamertjes van het Tourcircus praat zijn manager met verschillende ploegen. Team Sunweb zoemt rond, maar daarover zegt de hoofdrolspeler nu dat die geruchten uit de lucht zijn gegrepen. Om een goede beslissing te maken pakt Poels pen en papier erbij om de plussen en minnen op een rijtje te zetten. Vervolgens worden familie en vrienden geraadpleegd om advies. Na alle meningen en analyses komt Bahrain-McLaren als beste optie uit de bus rollen. “Vooral omdat Rod Ellingworth de nieuwe ploegbaas is. Ik heb veel vertrouwen in zijn kunde. Als je dan voor een nieuwe ploeg kiest dan is het wel zo fijn om in vertrouwde structuren terecht te komen. Rod heeft samen met Dave Brailsford Sky opgezet. Zo’n ploeg begin je heus niet zomaar, ook niet met een groot budget. Renners moeten zich volledig kunnen focussen op koersen en daar zorgt Rod wel voor. Bij Ineos loopt het als een trein. Het is echt: boem, boem, boem en iedereen weet precies wat er moet gebeuren.”

Het gaat Poels te ver om te stellen dat hij in een soort Team Ineos 2.0 terecht is gekomen. Tegelijkertijd sluit hij niet uit dat Bahrain-McLaren in de toekomst meer en meer op de Britse topploeg gaat lijken. “Momenteel is Bahrain-McLaren nog een stuk gevarieerder dan Ineos, waar de focus voornamelijk op de Tour de France ligt. Ik ben mijn weg nog aan het zoeken bij Bahrain-McLaren, maar het is niet zo dat ik heel anders ben gaan werken. Ik heb met David Bailey een nieuwe trainer gekregen. Wat betreft trainingsvormen verschilt er wel het een en ander. De ene trainer doet langere intervalblokken dan de ander. Iedereen heeft zijn eigen werkwijze, maar dat zit ‘m enkel in details. Ik heb een goed gevoel bij David. Soms voel je die klik direct met iemand. Ik zie het zitten om de komende tijd met hem aan de slag te gaan.”

"Ik heb geen enkele moeite met trainingsritten van zeven uur."

Wout Poels

In Valencia staat Poels aan de vooravond van zijn twaalfde profseizoen. De klimmer pur sang maakt in die jaren genoeg mee om inmiddels een boek te kunnen schrijven: van zijn zware valpartij in de Tour de France van 2012 tot zijn winst in Luik-Bastenaken-Luik 2016 en van urine gooiende Fransen in de Tour de France van 2015 tot vier keer met de eindwinnaar over de Champs-Élysées fietsen. Kom desondanks niet aanzetten met vragen over de toekomst na zijn loopbaan. “Daar denk ik helemaal nog niet aan, want ik wil zo lang mogelijk doorgaan. Ik heb geen moeite met een trainingsrit van zeven uur. Natuurlijk heb je weleens een dag dat je geen zin hebt, maar bij mij is dat nooit vijf dagen achtereen. De verschillen met toen ik begon? Het niveau is in de breedte hoger geworden. De beloften die overkomen weten direct waarover ze praten. Ik hou niet alle uitslagen in de gaten, dus word ik aan het begin van het seizoen weleens door iemand verrast. Vorig jaar in de Volta ao Algarve bijvoorbeeld. Daar werd ik verslagen door Tadej Pogačar, maar dat blijkt met de kennis van nu geen schande te zijn geweest.” 

Een van de neoprofs die dit seizoen hopen te verrassen is Kevin Inkelaar, die andere Nederlandse renner in dienst van Bahrain-McLaren. Poels leerde zijn landgenoot op het trainingskamp beter kennen. “Ik kende hem voor dit jaar eigenlijk ook niet, maar tijdens de trainingen hebben we veel contact gehad. Het is niet zo dat ik hem achter zijn broek aanzit, maar ik ben wel altijd bereid om te helpen. Het is toch spannend voor zo’n jonge jongen. Hij komt binnen in een ploeg met renners als Cavendish, Landa en Sonny Colbrelli. Dan zit je in één keer met grote namen aan tafel. Dat had ik zelf bij Vacansoleil met iemand als Gerben Löwik. Het is een grote stap, maar tegelijkertijd heel mooi. Ik moet zeggen dat Kevin graag wil leren en me de nodige vragen heeft gesteld. Dat is een goed teken. Een aardige jongen die op de trainingen bovendien goed mee kon bergop.”

Wout Poels liet zich zien in de Ronde van Valencia

Nerveuze neoprof

Een paar uur later spreken we uitgebreid met Inkelaar en confronteren we hem met de woorden van Poels. Inkelaar is de eerste om de uitspraken van zijn ploeggenoot en voorbeeld in perspectief te plaatsen. “Het is niet dat ik Wout en Landa er heb afgereden, hoor. Ik moet wel zeggen dat het trainingskamp me is meegevallen. Mijn trainingsarbeid is omhooggegaan ten opzichte van voorgaande jaren, maar ik merk dat ik het goed oppak. Sowieso valt de overgang me alleszins mee. Ik was wel nerveus voor het trainingskamp. Je stapt een nieuwe wereld in en maakt ineens een praatje met jongens die je voorheen enkel op televisie zag. Ik wist niet goed wat ik moest verwachten, maar Wout is iemand die me op mijn gemak stelde. Het was gezellig met hem. Hij heeft bovendien veel ervaring en ik heb hem en ook Landa de nodige vragen gesteld. Niet iets specifieks, maar bijvoorbeeld hoe zij zich voorbereiden op trainingskampen en koersen.”

Over het omgaan met druk heeft Inkelaar ook even geïnformeerd bij Cavendish, maar de sprinter is niet de renner die Inkelaar veel verder kan helpen met koerstips. De Nederlander is immers een pure klimmer. Een klimmer met dezelfde slungelachtige bouw als Poels. Kortom, de twee Nederlandse coureurs van Bahrain-McLaren lijken wel enigszins op elkaar. Inkelaar is net iets kleiner en nog net iets lichter dan Poels. Zijn potentieel als klimmer liet hij in 2019 zien in onder meer de lastige en hoog aangeschreven beloftekoersen Giro Ciclistico della Valle d’Aosta Mont Blanc (ritwinst en derde, red.) en Tour Alsace (vierde, red.) “Het was mijn laatste jaar bij de beloften en zo’n jaar is wel spannend. Het verliep goed en op een gegeven moment hoorde ik dat er interesse was vanuit de WorldTour. Daardoor kreeg ik alleen maar meer motivatie.”

"Ik heb met Bjorg gereden, hij had dezelfde trainer en hij was een goede vriend van me geworden. Er zal nog een tijdje overheen gaan voordat ik zijn dood een plek kan geven."

Kevin Inkelaar

Het absolute hoogtepunt van zijn seizoen moet volgen in de Tour de l’Avenir. De Tour de France voor beloften is de koers bij uitstek om nog twijfelende ploegen te overtuigen. De keerzijde van de sport slaat Inkelaar echter keihard om de oren. “Ik wilde op mijn top zijn en een zo goed mogelijk algemeen klassement rijden. Ik had er keihard voor gewerkt, maar een week voor de Tour de l’Avenir overleed Bjorg Lambrecht. Ik heb met Bjorg gereden bij Lotto Soudal, hij had dezelfde trainer en was een goede vriend van me geworden. Dat was een enorme klap en er zal nog een tijd overheen gaan voordat ik het een plek kan geven. Wielrennen is een prachtige sport, maar kan soms verschrikkelijk zijn. Jeugdbondscoach Adriaan Helmantel liet me vrij in mijn keuze, maar ik wilde starten. De koers werd ook een teleurstelling, want ik moest de strijd in de tweede etappe al staken na een valpartij.”

De hersenschudding die hij bij de crash oploopt speelt nog even door, want Inkelaar is de eerste weken sneller moe en voelt zich regelmatig duizelig. Als hij in november de trainingen hervat zijn de problemen nochtans verleden tijd. Hoewel het in augustus en september privé en sportief minder gaat, krijgt Inkelaar in die tijd wel een belletje van zijn management dat het rond is met Bahrain-McLaren. “Een droom die uitkomt. Ik ben de volle vier seizoenen belofte geweest. Het is voor veel renners niet per se beter om snel prof te worden. Ik heb alle jaren hard nodig gehad en dat heeft zich uiteindelijk uitbetaald met de resultaten in mijn laatste jaar. In mijn eerste belofteseizoen had ik een zwaar ongeluk en heb ik vanaf mei niet kunnen koersen. Ik brak mijn kaak op twee plekken, had een breuk in mijn sleutelbeen, een zware hersenschudding, een gaatje in mijn luchtpijp, een scheur in mijn bovenbeen... Ik lag aardig in de lappenmand, maar heb nooit getwijfeld aan de sport.”

Inkelaar in de Ronde van Valencia

Alberto Contador

Inkelaar is twaalf jaar als hij begint met wielrennen. De in het Zuid-Hollandse Abbenbroek, de geboorteplaats van ex-prof Maarten den Bakker, opgegroeide Inkelaar is voor zijn twaalfde voetballer. Zijn vader en broertje zorgen ervoor dat hij in de ban raakt van de fiets. “Zij fietsten weleens samen en af en toe ging ik mee. Dan reed ik in mijn trainingspak op de mountainbike of soms zelfs gewone fiets. Dat beviel me zo goed dat ik uiteindelijk ben overgestapt. In mijn jeugdjaren reed ik tegen iemand als Pascal Eenkhoorn, die haast alles won. Ik ben door mijn postuur geen waaierrijder en had het best lastig om me te onderscheiden. Bij de junioren reed ik voor het eerst in het hooggebergte, maar ook toen had ik niet direct door dat ik een goede klimmer zou kunnen worden.”

De eerste twee beloftejaren rijdt Inkelaar in dienst van Lotto Soudal U23. Beetje bij beetje gaat het beter en in zijn derde jaar begint Inkelaar zelfs te winnen. Niet in het shirt van Lotto Soudal, maar van Polartec-Kometa, de opleidingsploeg van Alberto Contador. “Ik begon te denken: het gaat best lekker en ik zou weleens prof kunnen worden. Contador kwam tijdens trainingskampen weleens informeren bij ons en vertelde dan over de koers en hoe hij trainde. Ontzettend leerzaam. Sowieso is Contador iemand tegen wie ik opkijk. Ik ben het professioneel wielrennen gaan volgen toen ik begon met fietsen. Toen was hij samen met Andy Schleck toonaangevend. Ik keek meteen naar de klimmers, ja.”

"Tijdens mijn jaar in Frankrijk ben ik zelfstandiger geworden en dat heeft bijgedragen aan mijn gevoel klaar te zijn voor de profwereld."

Kevin Inkelaar

Aan het einde van 2018 mag Inkelaar stagelopen bij Roompot, maar hij weet dan al dat hij nog geen prof wil worden. Aangezien Polartec-Kometa niet alle grote beloftekoersen rijdt verkast Inkelaar naar de opleidingsploeg van Groupama-FDJ. “Ik verhuisde naar Besançon in het oosten van Frankrijk. Daar was het niet alleen fietsen, maar ook het leven van een wielrenner ontdekken. Je kunt natuurlijk moeilijk iedere dag pizza eten. Ik woonde in een appartement met Cristian Scaroni die nu voor Gazprom-RusVelo uitkomt. De verhuizing is een openbaring geweest, want ik heb me ook buiten de koers ontwikkeld. Koken, wassen: ik stond er alleen voor. Ik ben zelfstandiger geworden en het heeft bijgedragen aan mijn gevoel klaar te zijn voor de profwereld.”

Tegenwoordig woont Inkelaar weer bij zijn ouders in Abbenbroek. Om bergop te fietsen is hij aangewezen op koersen en trainingskampen. Een verhuizing is voorlopig niet aan de orde, want Inkelaar heeft met de ploeg afgesproken niets te forceren. “In juli hoorde ik van de interesse van profploegen. Ik heb alles naast elkaar gelegd en kreeg bij Bahrain-McLaren het beste gevoel. Met Rod Ellingworth is er een nieuwe wind gaan waaien. Hoe hij een ploeg leidt en hoe hij met jong talent omgaat, spreekt me onwijs aan. Hij heeft veel toppers onder zijn hoede gehad met wie hij al vanaf jonge leeftijd werkte. De mogelijkheid om met zo’n iemand te kunnen werken, wilde ik niet laten schieten. Ik krijg alle ruimte om me te ontwikkelen en er wordt het eerste seizoen nog niet veel verwacht van me. Ik zou tevreden zijn als ik als renner stappen zet en kan uitvoeren wat de ploeg me vraagt. Er wordt aan een toekomstplan gewerkt, maar ik ga niet zeggen dat ik over zoveel jaar een bepaalde koers wil winnen. Het grootste doel is om er voor mezelf alles uit te halen. De adviezen van Wout zullen me daarbij zeker helpen.”

Dit verhaal verscheen in de seizoensgids van Wieler Revue!

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Wieler Revue thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct