Getest: Eurosport Nutrition. Hoe voorkom je een hongerklop?

De sportvoeding van Eurosport Nutrition onderscheidt zich naar eigen zeggen door het gebruik van ingrediënten met een natuurlijke basis. Onnodige zoet- en smaakstoffen zitten er niet in. Daarmee zijn ze een van de weinige, zo niet de enige, fabrikant die dat doet. Ik ben vooral benieuwd naar de meerwaarde van specifieke sportvoeding, aangezien ik me tijdens de meeste ritten beperk tot bananen, suikerwafels, fruitrepen en dergelijke. Niet zelden komt daar onderweg een stuk appelgebak of een blikje cola bij. Daags voor het gesprek at ik zelfs een broodje kroket, gewoon omdat ik daar zin in had. Volgens Hidde Bekhuis is dat in principe helemaal niet verkeerd, mits je maar rustig genoeg gaat. “Het gaat erom hoe intensief je rijdt en of je lichaam dingen dan nog kan verteren en opnemen”, legt hij uit.

“Soms is een banaantje of Snelle Jelle prima”, vult Riejanne Markus aan. “Maar als je echt voeding gebruikt om je prestatie te verbeteren, denk ik dat je er dan niet komt. Dan moet je gewoon sportvoeding gebruiken. Als je echt bezig bent met je prestatie verbeteren, heb je sportvoeding gewoon nodig.”

“Ik denk dat er voor veel renners en rensters wel een verschil zit tussen wedstrijden en trainingen. Zeker nu in de coronatijd wil je misschien wel eens wat anders dan reepjes en gelletjes, maar zeker op trainingskampen en in opbouw naar wedstrijden is sportvoeding super belangrijk.”

“Door sportvoeding te gebruiken ben je vooral bezig met sneller herstel en daardoor kun je meer training aan en is het prestatiebevorderend”, licht Bekhuis toe. “Daarom is voeding in een grote ronde ook cruciaal. Maar het belangrijkste is dat je gewoon genoeg blijft eten. Als je maar genoeg binnenkrijgt, kan je lichaam een inspanning goed volhouden, maar dan moet het wel lekker zijn. Anders hou je het niet vol.”

Markus vertelt dat de ploeg voor een wedstrijd altijd een inschatting maakt van de lengte (in tijd!) en zwaarte van een wedstrijd en van het weer. Bij warm weer wordt er immers meer gedronken. Bij een technische wedstrijd, waar het meer draaien en keren is, nemen de rensters bijvoorbeeld meer gels mee, omdat die makkelijker zijn op te eten dan een reep. 

90 gram koolhydraten per uur

Het menselijk lichaam heeft voor ongeveer één uur sporten aan energie opgeslagen. Bij langere en intensieve inspanningen wordt er aangeraden om 90 gram koolhydraten per uur in te nemen, dat is wat het menselijk lichaam maximaal op kan nemen. Dat komt neer op 750 ml sportdrank en twee gels per uur. Bekhuis wijst op een zeer recentelijk verschenen studie die aantoont dat je lichaam ook 120 gram koolhydraten per uur kan opnemen, mits je er maar goed genoeg in getraind bent en complexe koolhydraten gebruikt (oftewel gels en energierepen). Dat is iets wat ik ondervonden hem en waar ik regelmatig nog wel tegenaan loop. Ik eet en drink regelmatig te weinig of te laat, waardoor ik minder hard ga fietsen. 

Volgens Bekhuis is de samenstelling van een sportreep erg belangrijk. “De juiste samenstelling maakt het mogelijk om die 90 koolhydraten per uur op te kunnen nemen”, legt hij uit. Eurosport Nutrition maakt ook havermoutrepen, die een andere samenstelling hebben dan de energierepen. De havermoutrepen zijn geschikter voor minder intensieve duurritten bijvoorbeeld. 

“Zonder de juiste samenstelling kun je maar 60 gram koolhydraten opnemen, dat kan dus beter.” Dat ligt best wel nauw kom ik achter. Zo bepaalt het aantal bidons dat je per uur drinkt tijdens een wedstrijd ook weer hoeveel repen je eet. Meer drinken betekent minder eten. Markus geeft nog een handige tip: “Ik stop repen en gels op volgorde in m’n zakken. In één zak repen en in een andere gels. Zo haal ik ze nooit door elkaar.”

Nu rijdt het overgrote deel van de fietsers geen wedstrijden, maar volgens Markus is eten ook voor hen belangrijk., wanneer ik vraag naar tips voor een lange inspanning. “Eet genoeg”, zegt ze. “De avond en ’s ochtends voordat je gaat fietsen, maar begin tijdens het fietsen al na een half uur met eten en drinken. Dat is wel een van de belangrijkste dingen die ik heb geleerd. Iedereen kent wel het gevoel van die laatste uren in een rit, die zwaar zijn omdat je niet genoeg at of dronk.” 

“En ga nooit op een belangrijk dag experimenteren met voeding”, vult Bekhuis aan. “Zorg ervoor dat je al uitgeprobeerd hebt wat je gaat doen. Zorg dat je weet wat de voeding die je eet met je maag doet. Maar denk ook na over een back-up plan. Stel je hebt je dag niet en je maag kan de zoetigheid niet aan, denk na over wat je dan doet. Cola is dan bijvoorbeeld een goede oplossing, maar als dat een broodje kroket is… Beter iets eten dan niets eten.”

Zelf getest

Natuurlijk mochten we de voeding zelf ook testen. We kregen repen en gels in verschillende smaken en poeder om sportdrank mee te maken om uit te proberen. Normaal gesproken rij ik in deze tijd van het jaar met enige regelmaat wedstrijden, maar om de gekende redenen zit dat er voorlopig niet in. Normaal gesproken eet ik tijdens trainingsritten eigenlijk wat er in de kast ligt. Dat varieert van suikerwafels tot bananen. Een paar sportrepen en gels zijn wat dat betreft een welkome aanvulling op dit ‘dieet’. 

Wat ik zelf bij repen erg belangrijk vind is dat ze, naast de smaak, makkelijk te eten zijn. Niet teveel kauwen, maar hap-slik-weg, om het maar populair uit te drukken. De repen van Eurosport Nutrition voldoen aan beide criteria; ze zijn makkelijk op te eten en de smaak is lekker. Met name de appel is favoriet. Voor de gels geldt hetzelfde, ze zijn niet te stroperig van structuur. Bijkomend voordeel van de gels vind ik de verpakking. Ze zijn vrij plat en langwerpig en passen daardoor makkelijk onder je koersbroek. Voor de sportdrank geldt hetzelfde. Prima smaak, niet te zoet. Of ik er harder van ga fietsen ten opzichte van bijvoorbeeld suikerwafels? Vast, maar ik vind het erg lastig om zoiets op een objectieve manier te beoordelen tijdens een fietstocht. Ik heb in ieder geval geen hongerkloppen gehad en zoals ik al schreef, smaak en structuur zijn goed. Wat dat betreft is de test geslaagd.