Sporza peilde de financiële impact van de coronacrisis onder profrenners. Er zijn renners die het met 20 tot 40 procent minder salaris moeten doen. Volgens Oliver Naesen is dat een serieus probleem. Hij wijst op de perceptie dat wielrenner goed verdienen, maar dat geldt volgens hem niet voor iedereen. Daarbij stelt hij dat iedereen zijn levensstijl aanpast aan zijn inkomen. “Wielrenners zijn ook niet getraind om noodzakelijk goed met geld om te gaan”, vindt hij. “Het verbaast me niet dat veel renners toch schrikken als er ineens niets meer binnenkomt. Het is voor iedereen een waardevolle les voor de toekomst.”
Naesen behoudt zelf zijn basisloon, maar bonussen zitten er dit jaar niet in. “Niemand wordt rijker in een crisis, maar ik vind het ergens toch wel straf hoe zwak wij in onze schoenen staan over een overeengekomen contract. Dat weegt toch wel door. Iedereen heeft afbetalingen”, zegt hij. “Wij zijn niet technisch werkloos. In sommige ploegen wordt gezegd: 'We betalen 30% minder: oké of niet?' Eigenlijk niet, maar hebben we een keuze?”
“We staan zwak, we hebben geen vakbond die voor ons opkomt. Ik mag zelf niet klagen, maar er zijn collega's met minder geluk”, gaat Naesen verder. “Een oudere renner in het laatste van zijn carrière kan ook makkelijker weigeren. Als dat niet zo is en je zet als renner het mes op de keel van je ploegmanager, dan ben je de eerste die op het hakblok moet als de plaatsen herverdeeld worden. Het maakt dan weinig uit of je een goede coureur bent of niet.”
Beeld: Cor Vos