“Het is toch lastiger dan het op tv lijkt”, vertelde hij tegen de NOS. “Ik ben een beetje verschoten van de hoogtemeters en ook van de gravelstroken. Op tv lijkt het er vlak en goed bij te liggen, maar er liggen echt slechte stroken tussen. Het kan op veel plekken een beslissende passage worden. Op de gravelstroken zal het wringen zijn, maar ook tussenin zijn er stukken waarop je het verschil kunt maken.”

Een extra uitdaging is de hitte in Toscane, want het kwik zal stijgen tot ver boven de dertig graden. “Normaal gezien kan ik goed tegen het warme weer”, gaat Van der Poel verder. “Maar dan heb ik wel een aanpassing nodig. Het is nu redelijk plots zo warm. Het verschil tussen België en Italië is wel heel groot. Ik geloof dat het weer een cruciale factor gaat zijn, ja. Het is een beetje alsof je in een sauna rondrijdt en het kan dan ook uit het niets gedaan zijn in koers.”

Na de uitdagende gravelstroken wacht in de slotfase nog de steile slotklim naar het centrum van Siena, daar waar Wout van Aert in 2018 van zijn fiets moest. “Het is een heel lastige aankomst. Heel steil en ook daarvoor loopt het al een beetje omhoog. Om het in die laatste kilometer tegen de lichtgewichten af te maken, zal heel lastig worden. En om er in de fase daarvoor af te raken zal ook moeilijk worden. Kortom, het is gewoon een enorm lastige wedstrijd.”

Beeld: Cor Vos