Jakobsen kijkt vooruit: 'Hoop er in maart bij te zijn, maar augustus realistischer'
Fabio Jakobsen hoopt in maart zijn rentree in het peloton te maken, maar denkt zelf dat augustus realistischer is. In een interview in het AD blikt de sprinter terug op de zware valpartij in de Ronde van Polen: "Ergens neem ik het Groenewegen wel kwalijk."
Jakobsen vertelt in een interview met het AD dat hij pas enkele dagen na het ongeval wakker wordt in het ziekenhuis. "Ik ben twee dagen kwijt. Ze hebben me die eerste nacht vijf uur lang geopereerd en ik ben aan de beademing gelegd. Maar mijn eerste herinnering na de val is die drie doktoren aan mijn bed. Alles was toen nog vaag en wazig."
"Ik tikte op mijn pols omdat ik wilde weten hoe laat het was", schetst de voormalig Nederlands kampioen de situatie. "Zeiden ze: het is vier uur op zaterdag. Toen pas besefte ik dat het drie dagen na de val was. En dat ik op de intensive care van een Pools ziekenhuis lag. Daar leggen ze je niet omdat je je scheenbeen gebroken hebt."
Bang om te stikken
"Ik had heel veel moeite met ademhalen, ik was bang om te stikken. Door die canule, een soort buis in mijn keel, maar ook door mijn gekneusde longen. Ik kreeg allerlei soorten medicatie. Daardoor viel ik steeds weg. Dan werden mijn voeten doof, dat trok op naar mijn bekken, daarna begon het in mijn handen en schouders tot onder mijn nek – en dan zakte ik weg. Elke keer dacht ik: daar ga ik. Dit is het, ik ga dood. Was niet zo, maar zo voelde het wel. Dat is een keer of vijftig, misschien wel honderd gebeurd. Ik had doodsangst. Ik lag te knokken, ik ging extremer ademhalen, ik voelde paniek. Dat werkte averechts, want daardoor kreeg ik nog meer medicatie om me rustig te houden, waardoor ik nog vaker wegviel. Het waren de langste dagen uit mijn leven."
Jakobsen vertelt dat er op een gegeven moment een priester langskwam, om te bidden en dat hij op de maandag, de derde dag dat hij wakker was op de ic, wist dat hij het ging overleven. "Ik dacht: als ik nu nog niet de pijp uit ben, dan zal het ook wel niet gebeuren."
De val heeft de nodige littekens achtergelaten in het gezicht van de sprinter, maar gezien de impact is hij relatief goed hersteld, vindt hij. "Ik heb een soort hazenlip op de plek waar ik het reclamebord heb geraakt en mijn neus ziet eruit alsof ik heb gebokst met Mike Tyson. Maar de schade zit vooral van binnen. Er zijn stukken bot verdwenen, het is één groot litteken. Alleen in mijn gehemelte zaten al tachtig hechtingen. Ze hebben een stuk bot uit mijn bekkenkam genomen en die in mijn kaak gezet", zegt Jakobsen die daar aan toevoegt dat hij pas komend najaar alle tanden weer heeft.
Rentree
Jakobsen vertelt dat hij nu wel weer fietst, rustige tochtjes op koffierondjestempo zoals hij dat zelf noemt. "De dokters en mijn trainer willen geen datum op mijn rentree plakken", zegt hij over zijn terugkomst in het peloton. "Die zeggen: rustig aan, stapje voor stapje. Stiekem hoop ik zelf dat ik erbij ben als er in maart gekoerst wordt, maar het is realistischer dat het augustus wordt. Hoe mooi zou het zijn als ik een jaar na de val weer in staat ben om écht mee te doen in de finale?"
"Ik geloof dat het kan, voegt hij eraan toe. "Voorlopig is er in elk geval nog niets gevonden waardoor het níet kan. Het zat erin, dus ik hoop dat het er nog steeds in zit. Maar mijn lichaam heeft een enorme klap gehad en er is flink wat door elkaar gehusseld."
Overigens herinnert Jakobsen zich niets van de crash, iets wat hij een voordeel vind. "Ik droom er niet over, ik ben niet bang om te vallen. Ik hou me ook voor de het niet vaak gebeurt dat het zó erg is, dat het statistisch ook weer niet zoveel voorkomt. Ik win niet twee keer de loterij, toch?
Dylan Groenewegen
Er is al veel gezegd en geschreven over de actie van Dylan Groenewegen. Jakobsen zegt er het volgende over: "Als hij de deur iets eerder dichtdoet, kan ik nog remmen. Als hij het iets later doet, dan was ik er al voorbij geweest. Nu ging het precies fout. Ik kon geen kant meer uit. Ik denk dat we daar 84 per uur reden. Dan is de reactietijd nog kleiner dan normaal."
De renner van Deceuninck-Quick Step neem het zijn landgenoot ergens wel kwalijk, zegt hij. "Ik ben niet zo verlicht dat ik zeg dat hij er niks aan kon doen. Maar ik vind het vooral jammer. Voor mezelf, voor hem, voor onze ploegen. We waren de twee snelste sprinters van Nederland, we hoorden bij de beste sprinters van de wereld. Het was het hele jaar al stuivertje wisselen: de ene keer won hij, de andere keer won ik."
"Hij wist ook dat het een snelle aankomst was, wat de risico’s waren. Voor mij is sprinten meer dan het bordje 200 zien en dan aangaan. Het is niet als kip zonder kop rammen op de pedalen. Hij had moeten nadenken over de gevolgen. We zijn mensen, geen beesten. Dit is sport, geen oorlog waarin alles geoorloofd is”, voegt Jakobsen daar aan toe.
De renners hebben wel contact met elkaar gehad, maar nog niet afgesproken. Jakobsen snapt dat Groenewegen ook last heeft van de hele situatie, maar is er nog niet aan toe. Hij wil eerst beter weten hoe hij er aan toe is in z'n herstelproces. "Hoe beter het met mij gaat, hoe beter het ook voor hem is. Hij heeft dit ook niet gewild. En hij krijgt een hoop stront over zich heen van anonieme mensen achter hun toetsenbordje – dat is belachelijk. Ik hoop oprecht dat hij straks weer in de sprints kan doen waar hij goed in is, dat dit straks achter ons ligt."
Het complete interview dat het AD had met Jakobsen kun je hier lezen.
- Cor Vos