Interview | Dries De Bondt: 'Mathieu was geprikkeld door het feit dat Wout het wél kon'

"Meestal slaapt Mathieu alleen. Maar als dat niet nodig is lig ik meestal bij ‘m op de kamer. We kunnen het goed met elkaar vinden", vertelt De Bondt. "We hebben hetzelfde temperament. We koersen graag tegen beter weten in en willen constant onze grenzen verleggen. Mathieu is iemand die altijd instinctief koerst. Kijk bijvoorbeeld naar de laatste rit in de Binckbank Tour. Eigenlijk is het helemaal niet verstandig wat hij daar doet. En dan te bedenken dat hij eigenlijk nog vroeger wilde aanvallen."

Revanche

De Bondt gelooft zeker dat Van der Poel gebrand was op revanche na zijn teleurstellende Italiaanse campagne: "Dat viel zeker tegen. Ik denk dat Mathieu geprikkeld was door het feit dat Wout het wél kon. Toch heeft hij ook in die eerste koersen van het seizoen gevoeld dat het erin zat. Het is niet dat hij weggereden is hé. Na Milaan-Sanremo was hij ervan overtuigd dat hij gewoon de verkeerde keuze gemaakt had door niet mee te gaan met de versnelling van Alaphilippe en Van Aert. Hij gokte op de sprint. Strade Bianche was echt een geval apart. Die wedstrijd is hem het meest op het lijf geschreven, maar de weersomstandigheden waren verschrikkelijk en je moet eerlijk zijn dat Wout daar gewoon veel beter was. Dat was een serieuze opdoffer. Aan zijn prestatie in de Ronde van Lombardije heeft Mathieu gevoeld dat ie echt goed was. Om 10de te worden in zo’n koers voor een renner van zijn gewicht is formidabel. Ondanks dat het slechts een tiende plaats was heeft dat voor een soort klik gezorgd in zijn hoofd en was hij vertrokken voor de rest van het seizoen. Daar is de stijgende lijn ingezet."

“Hij heeft natuurlijk gezien dat Wout enorm goed bleef in de Tour heeft de druk wel opgevoerd. Hij wist dat dat zijn grootste concurrent ging worden in de klassiekers. Ik was ook blij dat Van Aert niet aan de start stond van het Belgisch kampioenschap, haha. Die twee hebben elkaar sterker gemaakt gedurende hun carrière. En dan moeten hun beste jaren nog komen normaal gesproken. Als ik die twee met elkaar vergelijk dan heeft Mathieu een iets onstuimiger temperament dan Wout. Mathieu breekt de koers het liefst zo snel mogelijk open, maar hij weet ook dat hij die fout met Wout niet mag maken. Wout is iemand die er helemaal geen probleem mee heeft dat Mathieu veel krachten verschiet. Die kan heel geduldig zijn moment afwachten en is daar superprofessioneel in. Gelukkig kunnen ze er allebei soms ook eens doorheen zakken zoals Mathieu op het WK vorig jaar in Engeland. Het toont aan dat ze menselijk zijn en daardoor hebben mensen nog meer sympathie voor ze.”

Een ander foutje vorig jaar was zijn mislukte sprint in de Brabantse Pijl. De Bondt: “Daar was hij verschrikkelijk kwaad op zichzelf. En terecht. Als je die bocht uitkomt is het maar 150 meter meer tot de streep. Dus er is geen enkele reden om niet aan te gaan. Normaal sprint hij Alaphilippe dan op twee lengtes, dus ik kan me goed voorstellen dat hij kwaad was. Mathieu is iemand die de verantwoordelijkheid voor de rest van de ploeg heel erg sterk aanvoelt.”

“Ik denk dat deze ploeg hem de vrijheid geeft om te doen wat hij leuk vindt. Dat zou bij andere, grotere WorldTour-ploegen wellicht een probleem zijn. Hij vindt bij Alpecin-Fenix de omkadering, het materiaal en de vrijheid om zich in drie verschillende disciplines uit te leven. Noem mij één ploeg waarbij dat ook kan? In elk geval niet met de omkadering die hij nu om zich heeft. Met Canyon heef Mathieu ook een individuele overeenkomst en die kunnen hem zowel op de weg, in het veld als op de mountainbike van topmateriaal voorzien. Er zijn niet veel fietsenfabrikanten die dat kunnen. Mountainbiken vindt hij sowieso het leukste om te doen, maar de prikkel van de weg is natuurlijk enorm groot. Hij zal zeker tot en met de Olympische Spelen op de mountainbike blijven. Ik weet dat ze nu bij de ploeg volop aan het nadenken zijn hoe Mathieu de Tour en de Olympische Spelen met elkaar kan combineren. Gelukkig kan Mathieu zich enorm snel aanpassen en heeft hij niet veel tijd nodig om te excelleren in een andere discipline.”