Interview | Fabio Jakobsen maakt zondag comeback: 'Voor 50% zeker dat ik weer een koers win'

Zondag maakt Fabio Jakobsen zijn comeback, in de Ronde van Turkije. Hij vertelt uitgebreid over zijn revalidatie, de mentale aspecten daarvan, steun van familie en de ploeg, Dylan Groenewegen, veiligheid in het peloton en hoe groot de kans is dat hij dit jaar nog een koers wint.

Achtergrond Tom Akkerman

“Natuurlijk is het spannend”, vertelt Fabio Jakobsen in een online persconferentie waar Wieler Revue bij aanwezig was. “Of ik snel terug ben gekomen? Snel is altijd relatief. Ik vind zeven maanden toch wel lang, maar als ik kijk naar wat voor smak ik maakte en hoe het nu gaat is het toch vrij snel. Ik ben wel een beetje zenuwachtig natuurlijk. Ik weet niet hoe ik ga reageren, maar wel hoe het vroeger ging.”

“Het is niet vanzelfsprekend”, stelt de sprinter over het zijn van profwielrenner. “De meeste jongens die proberen om prof te worden lukt het niet en een valpartij is nooit in je voordeel. Maar mijn trainer zegt dat de oude Fabio er in moet zitten. Die gaan we proberen eruit te halen.”

De Ronde van Turkije telt 7 etappes, met de nodige springaankomsten. Toch denkt Jakobsen in nog niet aan sprinten. “Ik hoop gewoon alle dagen uit te kunnen rijden en elke dag stiekem een beetje beter te worden. M’n lichaam moet het ritme van koersen, herstellen, slapen en eten weer oppakken. In m’n hoofd kan ik natuurlijk weer sprints winnen, maar fysiek gaat dat wel moeilijk zijn. Ja, ik denk er wel eens aan, maar eigenlijk is dat nog niet voor nu.”

“We willen een etappe winnen met Mark Cavendish en ik kijk er naar uit om daar m’n steentje aan bij te dragen. Het zal in het begin niet zo makkelijk worden als in het verleden. Ik zal daar de tijd voor nodig hebben.”

Mentaal aspect

Naast het fysieke is er natuurlijk ook het mentale aspect dat meetelt en absoluut niet onderschat moet worden. Dat beseft Jakobsen zelf ook. “Ik had nooit schrik of angst in het peloton, maar angst en schrik zijn wel iets onbewusts. Tot nu toe heb ik daar nog geen last van gehad. Als dat gebeurt in koers en in knijp toch in de remmen, is dat niet raar. Vertrouwen moet groeien en in het begin zal dat vertrouwen misschien een beetje weg zijn. Maar daar word ik in begeleid. Binnen het team hebben we daar een psycholoog voor.”

“Ik voel me nu weer een beetje een neo-prof. Het is voor mij belangrijk om te luisteren naar m’n lichaam en m’n ploegleider. Ik wil in koers iedereen helpen waar mogelijk, maar misschien is het ook gewoon een kwestie van alleen maar de finish halen. M’n debuut maken is een grote stap in het proces, maar ik heb al heel wat stappen gemaakt in m’n revalidatie. Het is voor mij alsof je traint in zoals in de winter. In het begin gaat het niet zo goed, maar dag voor dag verbeter je. Nu, zeven maanden later kan ik het dag voor dag bekijken in koers. Hopelijk kan ik in de toekomst weer winnen.”

Hoe belangrijk was je directe omgeving in dat hele proces?

“Zonder hen had ik het niet gehaald. Mij familie en vriendin waren mijn grootste steun in de revalidatie. Toen ik terugkwam uit Polen kon ik niet eens douchen en hielp ze me met eten. Ik was in feite gehandicapt. Dat versterkt de band die je met elkaar hebt. Als je ziet dat de vrouw waar je van houdt je zo steunt. Daarom heb ik haar ten huwelijk gevraagd. Overigens maakt het organiseren en plannen van het huwelijk me ook erg gelukkig.”

En vanuit je team?

Ik heb veel met de psycholoog uit het team gepraat. Het gaat stap voor stap, dus je kunt nu ook niet verwachten dat ik in de eerste etappe dezelfde ben als vroeger. We moeten na een finale bekijken hoe ik op dingen reageer en waarom ik zo reageer. Vanaf dat punt moeten we weer een plan gaan maken. Koersen is één ding, maar winnen is echt iets anders. Het team helpt me daarbij en er is ook geen druk van ze.”

Denk je dat je dit jaar al kunt winnen?

In m’n hoofd heb ik al een paar keer een wedstrijd gewonnen, maar m’n lichaam moet het doen. Ik ben er niet zeker van, maar m’n trainer zegt dat de oude Fabio nog altijd in me zit. Op training voel ik dat het goed gaat, maar dat is iets anders dan koersen. Ik ben er voor 50% zeker van dat het dit jaar al lukt, maar voor 50% ook dat het niet lukt.”

Heb je ooit overwogen om te stoppen met koersen?

“Ja, in het begin was ik niet eens bezig met weer wielrenner worden en normaal gesproken word je ook geen wielrenner meer na de klap die ik maakte. Maar in het proces ging het steeds beter. De artsen en doktoren overtuigden me ervan dat ik op het missen van tanden en wat bot na helemaal niets mankeerde en als je dan ziet hoe je lichaam herstelt, begin je weer te dromen. Het is ook wel heel uitzonderlijk en niet normaal. Ik fiets gewoon graag en koers heel graag. Op een gegeven moment kwam dat gevoel terug, maar dat heeft wel even geduurd. Fietsen is één ding, maar er is meer in het leven.”

We kennen je als een vrolijke en sympathieke jongen. Heb je het gevoel dat je nu anders in het leven staat?

“Ja. Ik denk dat ik nog iets dankbaarder geworden ben. Als er iets van arrogantie was, dan is dat nu wel verdwenen. Ik heb me gerealiseerd dat het leven eindig is en dat het zo voorbij kan zijn. Je moet elk moment pakken. Vroeger dat ik dat ik er wat meer recht op had omdat ik hard trainde en m’n best deed, maar ik ben me nu wel gaan realiseren dat het allemaal gegeven is. Niks in het leven is zeker en ik moet vooral blij zijn dat dit weer kan. Dat heeft m’n karakter een beetje veranderd, maar verder geen grote ommezwaai.”

Sinds wanneer voelde je je weer wielrenner?

“Dat was op het trainingskamp zin december. Ik reed drie dagen met de sprintfersgroep mee en dat was niet gezellig. Het voelde alsof ik een koers aan het rijden was. Maar toen ik ze redelijk kon bijhouden, was ik er wel van overtuigd dat ik het in ieder geval wel weer kon gaan proberen. Maar of ik zo goed word als ik was, dat is afwachten.”

Toch hebben je teamgenoten groot vertrouwen in je. Hoe komt dat?

“Op het tweede trainingskamp, in januari, kon bijna alles weer met ze doen. Het was niet makkelijk, maar ze zagen dat ik nog steeds dezelfde benen en hetzelfde lichaam heb. We deden een paar sprintjes en hoewel m’n sprint nog niet op z’n best is, ben ik nog steeds een sprinter. Als zij zeggen dat ik nog steeds kan winnen, motiveert me dat. Iedereen twijfelt immers wel eens aan zichzelf en zij overtuigen me dat ik het wel kan.”

Dylan Groenewegen

De persdame is onverbiddelijk. Ze zegt letterlijk dat ze een positief verhaal willen vertellen en niet teveel willen terugblikken. Vragen over Dylan Groenewegen of de val worden pardoes afgekapt. Toch laat Jakobsen zich ontvallen dat hij op dit moment nog geen contact heeft gehad met Dylan Groenewegen. Hij heeft de valpartij teruggezien en noemde het nare beelden. Over de veiligheid zegt hij het volgende: “Ik viel dankzij de fout van een ander. Ik moet het vertrouwen krijgen dat m’n concurrenten op een eerlijke manier koersen, dat is belangrijk. Want wat mij overkwam, gun je niemand.”

“Ik denk dat organisatoren en renners samen moeten werken om een zo veilig mogelijk klimaat te scheppen. Mijn val heeft wel iets in beweging gezet. Ten eerste met de vrij lange schorsing voor Dylan, maar ook de nieuwe dranghekken, die veiliger zijn. Maar uiteindelijk zijn de renners de grootste factor in deze. Want ook in die nieuwe dranghekken wil je niet vallen. De meeste renners weten dat we een grote verantwoordelijkheid hebben. Ik denk dat het in de toekomst beter wordt.”

“Veiligheid is belangrijk voor ons allemaal. Het mag eigenlijk niet, maar ongelukken kunnen gebeuren. Als de regels goed zijn, zal de schade voor renners en toeschouwer minder zijn. Ik vind de regels niet slecht, maar om eerlijk te zijn ben ik er niet echt mee bezig geweest. Ik had andere dingen aan m’n hoofd.”

Ronde van Turkije.

“Ik start in de Ronde van Turkije omdat een eendagkoers vaak net even wat lastiger is. In een etappekoers kun je er net wat makkelijker inkomen. Het parkoers van de Ronde van Turkije is redelijk te doen wanneer je het vergelijkt met het Baskenland bijvoorbeeld. En er starten hier ook maar een paar WorldTeams. Niet dat die anderen niet hard fietsen, maar het zal net wat minder heftig zijn.”

Wat verwacht je hier verder behalve een fysieke stap maken?

“De laatste keer dat ik in het peloton reed, was in Polen. Na een paar maanden zonder koers is het altijd spannend en nerveus. Het is fijn om weer in het peloton te rijden en zelfvertrouwen op te doen.”

En stel, je rijdt een finale die er gevaarlijk uitziet. Wat ga je dan doen?

“Ik heb een gelukkig een vrije rol gekregen. Als ik me goed voel, zal ik gaan sprinten. Ik heb hier vaker gereden en meestal waren het wel veilige sprints. Ik ben ook niet enorm angstig voor de finales. Maar je zult me wel even goed zien kijken wanneer we in een lokale lus zitten, maar dat is iets wat ik altijd al deed. Van vallen word je geen betere renner, je kunt beter op je fiets blijven zitten.”

En als je dan gaat sprinten hier in Turkije, is dat voor eigen kans of trek je hem aan voor Cavendish?

“Ik vind het niet erg om voor hem de leadout te doen. Hij is de beste sprinter ooit. De eerste sprint ga ik hem zeker helpen, maar ik ga ook alleen maar sprinten als ik me goed voel en denk te kunnen winnen. Om eerlijk te zijn, ik denk niet dat dat nu al het geval gaat zijn. Als ik Cavendish kan helpen of zelf het idee heb een etappe te kunnen winnen, zal ik m’n hand opsteken, maar in het begin is het voor de anderen.”

Ondervind je nog veel fysiek ongemak?

“Niet echt, behalve dat ik moeilijk kan eten en dat is lastig in koers. Alles moet in kleine stukjes worden gesneden. Ik moet nog een paar checkups doen voor ’n linker stemband, die verlamd was. Hij beweegt nu weer, maar met maximale inspanning moet ‘ie helemaal open kunnen. Dat moeten we in de gaten houden. Ik mis verder nog 10 tanden, maar met 3, 4 maanden zouden het bot en de implantaten sterk genoeg moeten zijn. Dat zijn de laatste grote dingen wat betreft m’n revalidatie. Daarna is het een kwestie van in topvorm komen als renner. Maar first things first.”

Stel je wint weer een koers. Wat gaat dat met je doen?

“Ik denk dat er met mij een hoop mensen gelukkig en blij gaan zijn. Ik ben dankbaar dat de zorg in zowel Polen als Nederland er voor heeft gezorgd dat ik hier met jullie mag praten over koersen en weer winnen. Ik ga daar heel blij mee zijn, maar dat is een understatement.”

Achtergrond
  • Instagram Fabio Jakobsen
Bekijk het originele bericht