Trainer Remco Evenepoel: 'Willen geen stappen overslaan in zijn herstel'

Zaterdag start de Giro d'Italia en op papier is Remco Evenepoel één van de topfavorieten. Is die status terecht? We vroegen het aan zijn trainer Koen Pelgrim.

Giro d'Italia Tim Beck

Deceuninck-Quick Step-trainer Koen Pelgrim hoort in 2017 over een Belgisch talent met uitzonderlijke kwaliteiten. “Toen werkte Matxin Fernández nog bij ons als scout. Die komt uit het Baskenland en ging daar kijken naar een internationale juniorenkoers. Een Belg won een rit en werd tweede in de tijdrit. Dat was Remco. Matxin is gaan informeren naar zijn achtergrond en hoorde dat hij pas een maand serieus aan het fietsen was. Meteen kregen we een telefoontje van Matxin dat hij een speciaal iemand had gezien. Een paar weken later kwam Remco naar Leuven om tests te ondergaan. Het contact is gebleven en de winter erop ging hij mee op trainingskamp.”

Desondanks is het niet zo dat Pelgrim, naast Evenepoel trainer van onder anderen Fabio Jakobsen, João Almeida en Sam Bennett, direct steil achteroverslaat van de tests van de dan nog junior. “Het is niet dat ik totaal verbaasd was toen ik de cijfers onder ogen kreeg. Die eerste tests waren goed, maar niet exceptioneel. Het is niet dat het resultaten waren die ik nooit eerder had gezien van iemand van die leeftijd. Maar gezien het feit dat hij net koerste, was het wel uitzonderlijk. Remco is niet iemand die veel vraagt over trainingsleer. Hij voert de trainingen die op zijn schema staan over het algemeen blind uit.”

Ploeggenoot Pieter Serry vertelde aan Wieler Revue dat de aerodynamica op de fiets een groot voordeel is van Evenepoel. Pelgrim beaamt dat. Als Evenepoel nog progressie wil maken als tijdrijder dan zit ‘m dat vooral in het materiaal. “In de windtunnel heeft Remco de laagste luchtweerstand van de ploeg. Daarin gaan we geen grote stappen meer zetten, maar dat neemt niet weg dat je op het hoogste niveau blijft finetunen. Hij kan alleen niet nóg vijf centimeter lager zitten, want daarin stuit je op limieten. Dat is niet erg, want zijn tijdrit is meer dan goed genoeg om mee te strijden voor klassementen. Door die aerodynamica kan hij bovendien van die stuntsolo’s uithalen als in de Ronde van Polen. Hij doet op zijn normale fiets hetzelfde en is daardoor op het vlakke ook zo goed. Dat kunnen andere klimmers simpelweg niet.”

Er is geen beter vergelijkingsmateriaal dan zijn ploeggenoten en volgens Pelgrim zitten er serieuze verschillen in de flexibiliteit van Evenepoel ten opzichte van andere renners van Deceuninck-Quick Step. “Voor Remco kost het geen moeite om zijn hoofd naar beneden te houden en zijn lichaam laag te houden, terwijl andere jongens zich in allerlei bochten moeten wringen om überhaupt die aerodynamische positie aan te nemen. Dat is voor hen gewoon niet houdbaar en daardoor verliezen ze aan vermogen, omdat ze hun kracht niet kwijt kunnen. Als je rug, nek en hamstrings minder flexibel zijn, is het onmogelijk om optimaal vermogen te leveren in die lage positie. Remco is klein van postuur en kan daardoor ook zo compact zitten.”

Achterstand inhalen?

De aanloop naar zijn eerste grote ronde verloopt door blessureleed niet zoals gewenst. Eind 2020 leek het herstel van Evenepoel de goede kant op te gaan, maar op het eerste trainingskamp in januari vertelde hij dat hij een aantal weken niet zou mogen fietsen, omdat zijn schaambeenbreuk niet volledig was geheeld. Pas in februari startte de voorbereiding op de Giro d’Italia. Op het moment van het interview (18 maart, red.) bevindt Pelgrim zich met onder andere Evenepoel op Tenerife. “Naar omstandigheden gaat het goed met hem. Hij heeft geen last meer van blessures en kan alles, maar hij heeft wel acht weken stilgezeten.”

De grote vraag voor Pelgrim: is die achterstand op klassementsrenners als Egan Bernal en Simon Yates tijdig in te halen. Pelgrim houdt wat dat betreft een slag om de arm. “Dat is niet zomaar gedaan in de korte tijd die we hadden. Normaal werk je als klassementsrenner maanden toe naar een grote ronde. We gaan zien op welk niveau we hem kunnen krijgen. Het is belangrijk dat hij in ieder geval competitief is. Remco moet van vrij ver terugkomen, want toen hij van de fiets moest in januari had hij ook nog een achterstand. Alleen we willen absoluut niet weer stappen overslaan in zijn herstel.”

Beter terugkeren?

Waar Evenepoel verwacht nog beter terug te keren, beseft Pelgrim dat hij voor zijn blessure al ver was in zijn ontwikkeling. “Qua gewicht heeft hij even moeten zoeken. Daarmee is hij hard aan de slag gegaan met diëtiste Marije Jongedijk. Hij heeft geleerd om op het juiste moment gewicht te verliezen en zijn energie te behouden. In 2019 schommelde hij meer en probeerde hij te snel gewicht te verliezen. Dat is een leerproces en heeft hij snel opgepakt. Dat is normaal als je negentien bent. Zo zijn er meer leerprocessen, maar het is zeker dat hij qua ontwikkeling voorloopt op generatiegenoten. Anders had hij niet zo goed gepresteerd in zijn eerste twee seizoenen.”

Het complete portret van Remco Evenepoel, waarin ook ploeggenoot Pieter Serry aan het woord komt, lees je in onze Giro-special. Bestel hem nu en ontvang hem voor de start van de Giro!

Lees ook: De Giro-special is vanaf nu te koop!

Bekijk het originele bericht