André van den Ende

Column | Wielerwet nummer 1: eerst wind tegen, dan wind mee in je rondje

Onze redacteur legt uit waarom dit wat hem betreft wielerwet nr. 1 is (of nou ja, eigenlijk nummer 2..)

André van den Ende

Ik moet meteen de kop boven deze column rectificeren, want het moment dat ik wilde beginnen met mijn betoog, besefte ik: verdomd, wielerwet nummer 1 is natuurlijk 'Draag een helm'. Maar direct daarna komt voor mij toch dat je in je rondje eerst tegen de wind in fietst en je dientengevolge het tweede deel deel de wind in de rug hebt - meestal dan, maar daarover later meer.

Voor mij is dat zoiets als 1 + 1 = 2, of om een wieleranalogie te zoeken: als Mathieu van der Poel aan de start staat, rijdt hij op het podium. Zekerheden in het leven. Buienradar checken op de telefoon vlak voor vertrek, het wind-icoontje aanklikken en daar dan dus tegenin, is er voor mij ook zo eentje.

Hoe het met Mathieu van der Poel z'n ritjes zit weet ik niet, maar op Strava zie ik regelmatig ritjes langskomen van bekenden die er een heel andere benadering op nahouden en rustig eerst 50 kilometer de wind in hun rug laten blazen om er vervolgens tegenin te moeten harken.

Het lijkt mij een verschrikking. Zeker als het hard waait - en dat doet het nogal eens in Nederland (understatement). Zoiets als na een nachtje heerlijk slapen meteen na het wakker worden je beddengoed eraf moeten halen en dat gevecht met je dekbedovertrek aangaan. Nee, dat doe je dus ook vlak vóór je gaat slapen. Eerst de worsteling, dan het genot van onder vers beddengoed slapen.

Op de fiets laat zich dat vertalen in: eerst de worsteling met de wind, daarna het genot van lekker weer naar huis cruisen - of lekker hard jakkeren als je daar zin in hebt. Van vijand naar vriend is toch altijd beter dan andersom?

Nou ja, bijna altijd. Heel soms blijft de vijand namelijk een vijand: de wind besluit in al z'n wijsheid te draaien. Op dat soort momenten vervloek ik m'n eigen wielerwet. Maar dat lijkt me dus zo'n beetje het gevoel dat de eerst-wind-meefietser ieder ritje ondergaat. Die vervloeken zichzelf toch elke keer weer als ze na de eerste helft van de rit een bocht doorgaan, de wind langs de oren en in het gezicht voelen blazen en dan beseffen: oei, dit dus totdat ik weer thuis ben?

Leg het me uit: hoe is fietsen met elke rit dat vooruitzicht nog leuk? Het lijkt mij een zowel fysieke als mentale (want je denkt in het windmee-gedeelte toch ook aan wat je straks te wachten staat) marteling. Hmm, nu ik er al typend over nadenk: misschien is het trouwens wel een soort kinky-wieler-SM...

Oké..., voor ik dus dit soort dingen ga bedenken, nogmaals: leg het me uit, lieve eerst-wind-mee-fietsers. Ik wacht met smart.