Wielrennen voor dummies: een beginnerscursus koers kijken in 9 handige punten

Tijdens de Tour komen er opeens een heleboel nieuwe wielerkijkers bij. Daarom: een spoedcursus wielrennen (kijken) voor dummies!

mathieu van der poel

1) We beginnen even met 'in het geel rijden'

De wielersport kent namelijk een truiencultuur. In principe draag je het shirtje van de ploeg waar je voor rijdt, maar soms mag je een andere trui aantrekken. In de Tour de France (en daardoor in vele andere meerdaagse wedstrijden ook) draagt de leider in het algemeem klassement een gele trui.

Die trui delen ze dus niet zomaar uit omdat je ze die dag in het zonnetje willen zetten; je moet er echt wat voor doen. Naast die gele trui voor de leider in het algemeen klassement heb je ook een trui die feestelijk versierd is met allerlei bolletjes - die trui heet dan ook de bolletjestrui. Die is niet voor de grootste clown in het peloton, maar voor degene die op de bergtoppen in de wedstrijd de meeste punten heeft verzameld.

Voor renners die niet goed kunnen klimmen, maar juist heel snel zijn (sprinters) is er de groene trui, waarvoor je punten krijgt bij zogenaamde tussensprints. De beste renner onder de 26 jaar draagt de witte trui. Als een renner in de leiding staat in meerdere klassementen hoeft hij niet twee of drie truien over elkaar aan te doen - dat is veel te warm... Geel gaat altijd voor, de nummer twee in de stand van de andere trui draagt dan die andere trui.

Geen clown, maar de Nederlandse wielrenner Ide Schelling in de bolletjestrui.

O ja, er is ook een regenboogtrui, maar dat is geen statement...

Nee nee, die renner die je in een regenboogtrui ziet rijden maakt niet in z'n eentje een statement tegen de anti-homowet in Hongarije. Het is de Fransman Julian Alaphilippe en hij werd vorig jaar wereldkampioen. Dat houdt in dat je het jaar erna tot het volgende WK in de fraaie regenboogtrui mag rijden.

P.S. Zelf ook een racefiets en maak je af en toe een rondje? Het is absoluut verboden om dat te doen in een replica van zo'n regenboogtrui! Doe je gewoon niet...

Julian Alaphilippe wint in z'n regenboogtrui een Touretappe.

2) Je hebt 'in het geel rijden', maar ook nog 'in het rood rijden'

O jee, dit gaat een verwarrende blokje worden, want naast letterlijk 'in het geel rijden' heb je dus ook het figuurlijke 'in het rood rijden' - en om het nóg verwarrender te maken: ook nog weer letterlijk in het rood rijden... Het staat symbool voor hoe ingewikkeld wij wielermensen fietsen hebben gemaakt, maar daarom is het toch ook zo mooi: veel meer dan alleen maar pedalen ronddraaien!

In het rood rijden dus. Dat heeft in de figuurlijke betekenis niks met een trui te maken, maar met de hartslag en verzuring in de benen. Simpel gezegd: als je je zo inspant als wielrenners op de toppen van hun kunnen, dan kan je hart het bloed niet meer zo snel naar je benen pompen dat je er weer verse zuurstof krijgt. Het melkzuur in je benen stapelt zich op en je raakt over je toeren. Je rijdt in het rood...

Oké... dan kun je dus ook nog letterlijk in het rood rijden. Dat zit zo: niet elke meerdaagse wielerkoers heeft een gele trui als leiderstrui. In de Giro (Ronde van Italië) rijdt de leider in het roze (omdat de sponsor een krant is die van oudsher op roze papier wordt afgedrukt) en in de Vuelta (Ronde van Spanje) rijdt de leider... in het rood. Prachtig toch allemaal?!

Primoz Roglic won vorig jaar de Vuelta en reed dus in het rood.

3) Waarom Mathieu van der Poel heel goed is, maar toch de Tour niet wint

Als niet-wielerfan heb je de naam Mathieu van der Poel waarschijnlijk horen langskomen in combinatie met zinsdelen als 'wat een fenomeen!' en 'wat is-ie goed hè!'. Toch wint hij de Tour niet. Dat zit zo: in het wielrennen zijn er verschillende type renners. Als je licht bent, kun je over het algemeen goed klimmen, ben je wat zwaarder (voor wielrennersbegrippen) dan ben je beter in korte explosieve inspanningen.

Eigenlijk heeft dat gewoon te maken met zwaartekracht. Iemand die heel licht is zal bij dezelfde inspanning (watts, vermogen, noemen we dat in het wielrennen) sneller gaan dan iemand die wat zwaarder is als de weg omhoog loopt, simpelweg omdat je je eigen lichaamsgewicht mee omhoog moet zeulen.

(Het vermogen dat je per kilo lichaamsgewicht kan leveren in het bergop wielrennen is zo ongeveer de heilige graal, we noemen dat watts per kilogram, w/kg.)

Omdat er veel bergen in de Tour zitten, zal een wat zwaarder type als Van der Poel (hij is ongeveer 75 kilo) niet zo snel de Tour winnen. Al moet je dat bij Van der Poel ook weer niet helemaal uitsluiten, puur omdat je bij hem helemaal niks moet uitsluiten..

Mathieu van der Poel in het geel nadat hij tijdens een tijdrit zo diep is gegaan dat hij figuurlijk zeker in het rood heeft gereden...

4) Kansloze kopgroepjes

Een merkwaardig fenomeen in het wielrennen zijn kopgroepjes die soms wel 10 minuten voorsprong krijgen in een vlakke etappe. Een niet-wielerkenner zou zeggen: wooooow, 10 minuten, dat is vet veel, die gaat winnen! De gelauterde koerskijker weet beter en draait zich nog eens om op de bank voor een heerlijk koersdutje (zie punt 9). Hij weet: dit wordt sprinten.

In het peloton gebruik je namelijk veel minder energie en je kan als grote groep veel harder dan met z'n drieën, dus de ploegen met sprinters controleren het en weten (meestal) precies wanneer ze harder moeten gaan rijden om de vluchters op tijd terug te pakken voor de massasprint. Het groepje vluchters heeft de sponsor mooi wat aandacht gegeven.

5) Knechten en kopmannen (waarom wielrennen een teamsport is)

Wielrennen is een individuele sport die je in teamverband doet, of de laatste jaren eigenlijk steeds meer een teamsport met individuele elementen. Andermaal iets wat je in bijna geen enkele andere sport ziet en dus een reden waarom wielrennen zo fantastisch is!

Alleen in een tijdrit doe je het alleen, maar een andere wedstrijd kun je tegenwoordig echt niet winnen zonder een goede ploeg. Al is het maar omdat er steeds iemand uit je ploeg bidonnen voor je haalt en je zo energie spaart.

Maar veel belangrijker is dat een kopman (iemand die voor de wedstrijd aangewezen is om voor de winst te gaan) knechten (minder getalenteerde wielrenners) heeft die hem van voren houden of een gaatje dicht kunnen rijden met de kopman in het wiel - die daarmee dus aanzienlijk minder energie gebruikt.

De Nederlander Dylan van Baarle toen hij nog voor iNEOS reed als knecht voor z'n kopman.

6) Waaiers

Het allermooiste van wielrennen zijn waaiers. Als je iemand dat woord hoort gebruiken, moet je onmiddellijk ramen en deuren sluiten en de ogen alleen nog maar op je scherm gericht houden.

In wielrennen is wind een zeer belangrijk onderdeel. Dat je met wind tegen minder hard gaat dan met wind tegen is logisch, maar soms waait de wind in het peloton ook zo dat ze het 'op de kant kunnen gooien'. Dat houdt in dat ze op zo'n manier gaan rijden - schuin achter elkaar - dat alleen maar een klein groepje voordeel heeft. De rest komt vol met de neus in de wind en hebben het zodoende veel zwaarder. Ze moeten eraf en een tweede waaier vormen.

Een mooi beeld met verschillende waaiers.

7) Ongeschreven regels

Wielrennen is een romantische sport met vele ongeschreven, waar men zich soms aan houdt en soms schijt aan heeft. Zo is het een goed gebruik om niet te demarreren als er een plaspauze in het peloton is ingelast of er een zware val is geweest. Maar daar houdt niet iedereen zich altijd aan.

En zo zijn er nog veel meer aparte ongeschreven regeltjes. Zo laat het peloton soms een vluchtgroep wel rijden om voor de overwinning te gaan en geven coureurs soms zelfs overwinningen weg als een soort cadeautje (ze hopen dat de winnende renner dat dan onthoudt en in de toekomst eens iets voor hen zal doen). Allerlei merkwaardigheden die, je raadt het al, wielrennen fantastisch maken!

Een collectieve plaspauze in het peloton. Niet demarreren dus!

8) Wielerjargon

Iets anders wat het wielrennen - jawel - fantastisch maakt, is dat er in de loop der jaren een heel eigen wielertaal is ontstaan. Zo kun je in een Chasse Patate zitten, maar er ook afgepierd worden. In het artikel hieronder vind je de mooiste uitdrukkingen met uitleg, als je eens mee wil praten op een feestje met wielersnobs...

9) En tenslotte: hoe kijk je de koers?

Nu je de eerste beginselen van De Koers begrijpt, is het ook belangrijk om nog even wat basispunten van het koers kijken zelf door te nemen. Daar gaan we...

- Wielrennen kijk je als echte wielersnob op De Belg (zo noemen wij wielermensen de Vlaamse publieke omroep die het wielrennen uitzendt). Zij hebben er meer verstand van.

- Wielrennen kijk je in joggingbroek. Het is een hele zit vaak en zo'n broek zit gewoon veel fijner. Heerlijk ontspannen!

- Wielrennen kijk je met een koersdutje tussendoor. Het is dus een hele zit vaak en met die heerlijke helikoptergeluiden op de achtergrond is het heerlijk in slaap vallen als er nog niet zo veel gebeurd (met de intrede van dhr. M van der Poel is het koersdutten wel wat lastiger in te plannen tegenwoordig...)

Beeld: Cor Vos