Column | Waarom ik baal van een stukje afdaling (of een minder steil stuk) in een klim

Waaaaat?! Dat is toch juist fijn? Ja, klopt soms ook wel, maar over het algemeen toch niet, vindt onze redacteur. Lees z'n redenatie voor je 'm voor gek verklaart...

col de la bonette

Zo'n twee weken geleden was ik in het Franse Barcelonette en fietste ik onder andere de Col de la Bonette (en natuurlijk door naar de Cime de la Bonette) en de Col de Vars op. Allebei lange klimmen waar stukjes afdaling inzitten. Voor velen is zo'n stukje afdaling in een klim een zegen, maar ik werd tijdens het oprijden van die twee cols nog maar eens bevestigd in wat ik al vond: ik hou er niet van.

Tuurlijk, medefietsers wiens hoofd nu ontploft van verbazing, ik snap de gedachtegang. Even de beentjes rust gunnen, lekker. Maar dat weegt voor mij toch niet op tegen de nadelen die aan zo'n stukje afdaling in een klim zitten.

Allereerst haalt zo'n mini-afdaling je enorm uit je ritme. Je zit net lekker in de schwung en draait het binnenblad lekker rond en dan moet je weer naar het buitenblad, vaak even aanzetten om op gang te komen; vanuit het niets opeens weer totaal iets andrs dus. Weg ritme.

Dan is er het moment dat het stukje afdaling is afgelopen en de weg weer begint te stijgen. Een aanslag op je benen zoals geen enkele terrorist het je aan kan doen. Ritme compleet weg, de benen voelen als twee loodware stalen aanhangsels onder je lijf. De aanhangsels die vóór het stukje 'verlichting' van de afdaling nog in zo'n lekkere cadans zaten en heerlijk in de rondte maalden. Allemaal weg!

Maar het irritantste is nog wel wat het met mijn hoofd doet. Op de bordjes langs de kant van de weg staat namelijk altijd de hoogte waarop je je op dat moment bevindt; in mijn hoofd zit de hoogte van de top van de col. De ene trek ik van de andere af en tadaaa, ik weet hoeveel hoogtemeters ik nog moet overwinnen - en daarbij kan ik met het aantal kilometers voor de boeg ook nog het percentage dat me nog te wachten staat enigszins afleiden (jaja, ik reken wat af op een col...)

Nu gooit zo'n stukje afdaling daar danig roet in het eten. Alles verandert. Was het net nog maar 400 hoogtemeters à 7 procent, is het na het mini-afdalinkje opeens weer 500 hoogtemeters à 9 procent. Een mentale klap die harder aankomt dan een hongerklop.

Bovendien, als je voor een snelle tijd op zo'n klim gaat, zul je op de stukken waar het naar beneden gaat of maar met een paar procentjes stijgt evengoed hetzelfde vermogen moeten leveren. Wat mij betreft houden we het klimmen en dalen vanaf nu dus strikt gescheiden. Of de colbouwers daar even rekening mee willen houden...

Op de top van de Bonette, na het overwinnen van menig mini-afdalinkje.