INEOS Grenadiers maakt als laatste WT-team de overstap naar schijfremmen

In 2017 was Tom Boonen de eerste renner die een profkoers won op een fiets met schijfremmen. Toentertijd een behoorlijk opvallende noviteit. Schijfremmen waren al gemeengoed op de mountainbike en ook in de veldritsport hadden ze hun intrede gemaakt, maar op de weg was dat nog iets anders.

Vier jaar later ziet de wereld er schijfremtechnisch gezien heel anders uit. Vrijwel alle profteams rijden met schijfremmen en nagenoeg elke nieuwe racefiets wordt verkocht met dit type remmen. Vreemd genoeg ging INEOS Grenadiers, het team van de marginal gains, niet mee overstag. Dat had een reden: gewicht. Al sinds de oprichting van het team rijden de Grenadiers op fietsen van Pinarello en het lukt de Italianen blijkbaar niet op de fietsen op het minimumgewicht van 6,8 kg te krijgen én te voorzien van schijfremmen. Zo werden de renners van het team in het verleden ook al met wielen van Lightweight gezien, in plaats van Shimano (de sponsor). Alles om het gewicht naar beneden te brengen. Al brachten ze dat zelf nooit officieel naar buiten.

Morgen maakt INEOS haar schijfremdebuut in de GP de Denain en de bedoeling is dat dat een test is voor Parijs-Roubaix. "We zijn altijd op zoek naar manieren om onze uitrusting, technologie en onze fietsen te verbeteren", laat het team weten. "Zo zijn we er zeker van dat de renners het beste van het beste hebben."

Zo lijkt het erop dat Egan Bernal voorlopig de laatste renner is die een grote ronde wint op een fiets met velgremmen. Hetzelfde geldt ook voor de olympische titel van Richard Carapaz. Hier kleeft nog wel een klein voorbehoud aan, want mogelijk blijft het Britse team voor bergetappes nog wel gebruik maken van velgremmen.