André van den Ende

Column | Ik ga elke week wel een keer bijna dood op de fiets

Na het dodelijke ongeval van Davide Rebellin is deze column helaas weer actueel. Een herkenbaar verhaal van onze redacteur?

Deze column veerscheen al eerder, maar is - helaas - actueel geworden door het tragische ongeval waarbij Davide Rebellin om het leven kwam. Hij werd aangereden door een vrachtwagen (die ook nog eens doorreed na het ongeluk).

Onze redacteuren volgen de koers op de voet, maar zitten zelf uiteraard ook op de racefiets. Enige tijd geleden schreef één daarvan zijn ervaringen op, met name met automobilisten.

Uiteraard vooraf even de bekende disclaimers. Nee, ik ben heus niet roomser dan de paus en zal vast ook wel 's onverantwoorde dingen doen op de fiets. Ja, ik rijd wel eens op de weg als er ook een fietspad beschikbaar is - bijvoorbeeld op een weg die heel rustig is waar een fietspad naast ligt met veel wandelaars of elektrische fietsers die hun vehikel amper onder controle hebben; een situatie die ik als gevaarlijker inschat dan 'mijn persoontje' op een verlaten weg.

En ja, wielrenners kunnen eikels zijn, ik soms waarschijnlijk ook wel.

Maar wij wielrenners zijn wel relatief ongevaarlijke eikels, zeker als je het vergelijkt met automobilisten, die allemaal een potentieel moordwapen onder hun kont hebben. Als je in een potentieel moordwapen rondrijdt, komen daar meer verantwoordelijkheden bij kijken dan wanneer je een helmpie opzet en erop uitrekt voor een fietstochtje, vind ik.

Veel automobilisten lijken daar totaal anders over te denken, gezien hun rijgedrag. Ik ga elke week wel een keer bijna dood op de fiets. Of het nu figuren zijn die een blinde bocht 'sportief' nemen en dan plotseling mij zien opdoemen op de weghelft waar ze met hun sportieve bochtje waren beland, of 'gewoon' de onoplettende automobilist die je per ongeluk bijna van de sokken rijdt; het is ieder ritje wel een keer raak.

Ik bedacht de kop voor deze column toen ik recent vol in de ankers en half de berm in moest voor een automobilist uit de eerste groep. Na m'n woede en frustratie kenbaar gemaakt te hebben met wilde armgebeuren, mompelde ik tegen mezelf iets als 'weer bijna dood..'

Dat zinnetje ging ook door m'n hoofd toen ik eens voor de oprit van de parkeerplaats van een tuincentrum langsreed en iemand zoveel zin had een sansevaria te kopen dat hij/zij daarbij al het andere uit het oog verloor en zonder op of uit te kijken het voorrangsfietspad overstak. Op dat voorrangsfietspad reed ik. Remmen had geen zin meer, maar een snelle stuurbeweging naar links, de andere weghelft op, redde me.

Zomaar twee voorbeelden. Maar zo kan ik nog wel even doorgaan. Om met Leo Beenhakker te spreken toen een Duitse journalist hem vroeg wat er toch mis was met het Duitse voetbal: 'Haben Sie ein stunde?' - prompt verloor Beenhakker met Feyenoord van een Duitse ploeg; ik hoop niet dat deze column op die manier profetisch is en mijn laatste uur dan nu echt geslagen heeft.

Hopelijk werkt-ie zelfs andersom en zal het onoplettende automobilisten ertoe bewegen op te letten, en idioten in auto's ertoe bewegen minder idioot te zijn. Ze te laten beseffen dat ze zich voortbewegen in een potentieel moordwapen en er zich veel kwetsbare verkeersdeelnemers buiten hun metalen kooi met ramen bewegen.

Maar waarschijnlijk is dat ijdele hoop. Dus hierbij neem ik me voor om nóg defensiever te gaan rijden dan ik al doe. Alleen voorrang nemen - waar ik dat dus wettelijke gezien ook heb - als ik oogcontact heb met de bestuurder. Op rotondes er altijd van uitgaan dat de auto afslaat - want vaak is dat ook zo, ook al knippert er geen lichtje... Nou ja, dat soort zaken. Op die manier hoop ik, enigszins cynisch, nog lang te kunnen zeggen: ik ga elke week wel een paar keer dood.

Beeld: iStock