Column | Zonder overdrijven: wielerseizoen 2021 was het mooiste dat ik meemaakte als actieve wielervolger

Onze redacteur zette alles eens op een rijtje en kwam erachter dat hij een heel jaar in verbijstering naar de heren (en dames) profrenners heeft zitten kijken. Herkenbaar?

mathieu van der poel

Ik volg het wielrennen op de voet sinds ik doorkreeg dat windsurfen niks voor mij was en ik tijdens de vakantie in Frankrijk aan de wereldontvanger gekluisterd zat als mijn vader en zus planeerden over een Frans meer een stukje ten zuiden van Bordeaux - het Étang de Cazaux et de Sanguinet, als je toevallig nog een mooi meer zoekt om te windsurfen.

Breukink in z'n roze ONCE-shirtje met slijmbaard om de mond, Indurain en z'n kolossale lijf een berg op stampend - ik kon het niet zien, maar dankzij Jacques Chapel en de motorman (was dat Gio Lippens in die tijd?) kon ik me er een levendige voorstelling van maken; ze hielden me bevlogen van elke nieuwe slijmklodder aan de kin van De Breuk op de hoogte in Radio Tour de France, het mooiste radioprogramma dat ooit zal bestaan.

Nu we ruim 25 jaar verder zijn, hangt de surfplank al jaren werkloos onder het dak van de garage, maar maakt mijn koershart overuren. Het afgelopen seizoen lijkt het af en toe zelfs op hol geslagen, net als het profpeloton. Want wát een seizoen hebben we meegemaakt.

Zonder overdrijven het mooiste dat ik ooit meemaakte als actief wielervolger, bedacht ik me toen ik alles eens de revue liet passeren.

De Omloop eind februari werd een veredelde sprinterskoers, terwijl het normaal gesproken toch één van de meest attractieve koersen van het seizoen is, maar om de grote Arie Ribbens en zijn hit Brabantse nachten zijn lang te parafraseren: 'Wielerseizoenen komen soms langzaam op gang, ja maar dan, ja maar dan...'

Dat gold voor 2021 in optima forma, want na de Omloop werd het een onnavolgbare rit in een achtbaan die half oktober alleen maar tot stilstand kwam omdat er geen wedstrijden meer werden georganiseerd. Een achtbaan? Wat zeg ik, een raketvlucht was het. Hoogstpersoonlijk door dhr. M. van der Poel gelanceerd met een krachtsexplosie die later de oerknal voor een nieuw universum bleek te zijn. Jeff Bezos en z'n sneue ruimteritjes vallen in het niet bij wat Mathieu van der Poel in de Strade Bianche op de Piazzo del Campo aan ons voorschotelde.

Een week later betoverde hij de Tirreno - ja, je was die krachttoer in de regen alweer bijna vergeten hè? Zo verging het mij in ieder geval wel. Terwijl het misschien wel de mooiste koersmiddag van het jaar was. Maar ja... het lijkt alweer zo lang geleden door al het moois dat nog volgde.

Net als je dacht dat een koers namelijk redelijk normaal verliep, sprintte voormalig strijkplank Kasper Asgreen opeens sneller dan MVDP in de Ronde van Vlaanderen. De millimeterfinish in de Amstel. Anna van der Breggen officieel de Koningin van Huy. Zelfs Luik-Bastenaken-Luik was leuk.

Giro, Taco. Tour, Wout. O ja, en Pogacar. Geel voor Poupou. Tokio, Tom. Zilver. Vrouwen, niet zo handig gekoerst. Uitstapje naar de baan. Sprintfinale. Kleerkasten dwingen elkaar tot het uiterste. Oei. Mathieu. Viel. Verdrongen. WK. België, niet zo handig gekoerst. Allebei wel fascinerende televisie. Dat is een understatement voor Roubaix. De modder zit nog op het scherm. Even rustig ademhalen...

Toen de rook van de rollercoasterraket een beetje was opgetrokken, kwam het besef: wat was dit voor krankzinnig wielerjaar? Nou, simpel: Het was Koers met de hoofdletter K. Nu net als de renners even bijkomen.

O, wacht. De cross. De cross!