Andrei Tchmil vertelt over oude obsessie: 'Had een enorme poster van Museeuw in m'n garage hangen'

Mooi om eens te horen over zo'n oude rivaliteit!

tchmil museeuw

In het huidige wielrennen heb je de mooie rivaliteiten tussen Mathieu van der Poel en Wout van Aert, en ook de Sloveense tweestrijd tussen Tadej Pogacar en Primoz Roglic is fraai. Maar ook vroeger waren en natuurlijk al de nodige rivaliteiten.

Eentje daarvan was in de jaren '90 die van de tot Belg genaturaliseerde Andrei Tchmil en Johan Museeuw. In de Belgische Sport/Voetbalmagazine blikt eerstgenoemde terug op de duels die ze uitvochten. De voorhistorie was dat de Tchmil vertrok bij de ploeg GB-MG, waar Museeuw kopman was, en bij Lotto voor eigen kans ging rijden.

"Na mijn vertrek naar Lotto werd de strijd met Museeuw in de media opgefokt. Ik was een zwartepiet, een verrader. Johan werd opgehemeld, ik verguisd. Hij de engel, ik de duivel. Ik haalde er een bijzondere extra motivatie uit."

In 2000 kwam dat tot een climax. Tchmil was al 37 en de jaren begonnen te tellen. Met de Ronde van Vlaanderen miste er duidelijk een koers op zijn fraaie palmares (onder andere toen al met Milaan-Sanremo en Parijs-Roubaix).

"De Ronde van Vlaanderen in 2000, daar kan niets tegenop. Het was een obsessie, levensgroot als een wolkenkrabber in New York. Ik droomde het hele jaar door van de Ronde. Ik zou nooit rusten of afscheid nemen als profrenner zonder die koers op mijn naam te hebben geschreven."

Dat lukte en misschien wel met hulp van Museeuw; alleen dan niet de echte. Je kent misschien het filmpje van schaatser Shani Davis wel, die z'n huis laat zien en een fotootje van concurrent Erben Wennemars op z'n koelkast had geplakt ter motivatie om van het vette eten af te blijven.

Tchmil pakte het nog wat grooster aan. "Geen training was me te veel, ik wilde winnen zoals Museeuw eerder had gedaan. In mijn garage had ik toen zelfs een levensgrote poster van hem hangen."