Slecht nieuws: Kroondomein blijft grotendeels gesloten in naseizoen

Slecht nieuws voor de gravelliefhebbers onder ons. Onze koning Willem-Alexander vraagt voor de komende zes jaar voor een deel van het gebied subsidie aan, waardoor een groot deel van het gebied toch drie maanden per jaar gesloten blijft.

Slecht nieuws: Kroondomein blijft grotendeels gesloten in naseizoen

Nu is het zo dat het Kroondomein drie maanden per jaar dichtgaat. Onze koning mag het gebied gebruiken en krijgt ook subsidie voor het onderhoud van het gebied. Een voorwaarde voor die subsidie is wel dat het gebied opengesteld moet zijn voor het publiek.

Dat is nu niet het geval, waardoor de subsidie-aanvraag in strijd is met de wet en vanaf volgend jaar moet de koning zich aan de wet houden. Even leek het erop dat het Kroondomein, bij fietsers geliefd om z'n vele gravelpaden, het hele jaar door open zou blijven, maar de Oranjes hebben een konijn uit de hoge hoed getoverd.

Stel de koning zou geen subsidie aanvragen, dan zou hij het gebied het hele jaar door gesloten kunnen houden. Echter, dat kost hem een flinke duit, want de subsidie bedraagt namelijk 4,7 miljoen euro voor 5 jaar. Subsidie aanvragen heeft als gevolg dat hij de boel wel open moet houden, dus wat heeft onze slimme vorst gedaan? Hij heeft voor een deel van het gebied subsidie aangevraagd.

Op de website van het Koninklijk Huis valt namelijk te lezen dat er een subsidie-aanvraag van 4,2 miljoen euro voor 6 jaar gedaan is. Dat betekent dat een klein deel van het gebied het hele jaar open blijft, maar dat het grootste deel drie maanden per jaar dicht gaat.

Zo'n 1600 hectare blijft het hele jaar gesloten voor het publiek, hierbij gaat het om rustgebieden en ecoducten. 3400 hectare wordt drie maanden per jaar gesloten en slechts 1600 hectare is het hele jaar door vrij toegankelijk. Over welke gebieden dat precies gaat is niet duidelijk. Het goede nieuws is dat je dus het hele jaar kunt blijven gravellen over het Kroondomein, het slechte nieuws is dat het maar om een klein deel gaat.

Zelf in het zadel
  • Tom Akkerman