Uitgesproken Iserbyt: 'Ik krijg meer kritiek dan anderen, was twee weken de paria geweest als ik Toon had getackeld'

Een heldere Eli Iserbyt doet zijn verhaal over wegwielrennen, kritiek krijgen en uiteraard de grote drie.

Iserbyt

De Belg nam plaats voor een gesprek voor de Sporza-podcast Thuismatch. Bij Ruben Van Gucht was hij behoorlijk uitgesproken. Over onder meer zijn ambities op de weg. "Een moeilijk onderwerp vind ik. Ik weet in principe niet waar mijn mogelijkheden liggen, puur omdat ik me er nog nooit vol in heb gesmeten. Ik vind het vooral heel saai, zeker de wedstrijden die wij rijden. Ik heb twee jaar terug de Savoie Mont Blanc gereden. Dat zou ik wel weer willen doen, zeker omdat het ook bij mijn type renner past."

"In de koersen in België zie ik zo af dat het echt niet tof is. Ik slaap normaal heel goed, maar het enige moment is eind april als ik weet dat ik Vlaamse koersen moet rijden. Ik doe mijn ogen dicht en zie een lang lint van renners voor me. Ik zie niemand aan kop, want die zie je niet meer en het wiel voor me zie ik verder en verder weggaan. Ik vind waaiers en op de kant rijden hatelijk."

"Ook logisch gezien mijn postuur. Koersen in de Alpen vind ik wel mooi. Ik koers vooral op de weg om beter te worden, maar ik kan goed begrijpen wanneer Mathieu zegt dat hij wegwielrennen saai vindt. Ik droom niet van koersen op de weg, heb nog geen ambities voor op de weg op dit moment."

Kritiek

Verder gaat Iserbyt in op de benadering van hem binnen de crosswereld. Daarvoor haalt hij een incident van een aantal weken geleden aan, waarin een gevallen Toon Aerts hem probeerde te tackelen door zijn been uit te steken. "Ik krijg meer kritiek dan anderen. Als ik in Besançon Toon Aerts zou tackelen, dan zou ik een groot probleem hebben. Ik ben West-Vlaming, hè. Dat heeft er denk ik ook mee te maken. Vroeger met Klaas Vantornhout was er ook altijd wrijving."

"Ik denk dat veel mensen zich moeten afvragen wat gebeurd was als Eli de man op de grond was. Ik zou dat nooit gedaan hebben. Er werd een vergelijking gemaakt met mijn move in Merksplas, maar ik ging daar door een openstaande deur en raakte niemand. Dat is met de intentie om te winnen. In Besançon ligt Toon op de grond en gezien zijn interview achteraf was het intentioneel. Hij heeft het oogmerk mij te vertragen en te raken. Dan stel ik mezelf de vraag wat als ik dat had gedaan. Dan was ik twee weken de paria van het veldrijden geweest."

Uiteraard ging hij ook nog in op de strijd met Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Tom Pidcock. "Ze overstijgen het wielrennen. Ook op de weg hebben ze miserie met de grote drie. Het zijn drie totaal verschillende renners. Daar heb ik nog geen artikelen over gelezen. Mathieu is crosser, Wout wegrenner en Pidcock mountainbiker. Niet per se qua het zijn van de beste, maar dan praat ik puur over de discipline waar ze het rapste weg zijn als ze weer net op de fiets stappen."

"Wie mentaal de sterkste is? Als er druk op zit zou ik zeggen Wout. Als het echt moet snap ik dat je stress gaat krijgen. Een Mathieu had dat misschien in Tokio. Pidcock weet ik niet goed, kan hem moeilijk doorgronden. Ik denk dat Wout er het sterkste instaat als het onder druk is."