Vluchter Mathieu Burgaudeau blijft sprinters nipt voor in de zesde etappe van Parijs-Nice

Een heerlijke slotfase met Mathieu Burgaudeau als verdiende winnaar.

Burgaudeau

Hoewel er de nodige beklimmingen op de route lagen, gebeurde er eigenlijk vrij weinig op de stukken bergop. Er was al snel een kopgroep vooruit met onder anderen Victor Koretzky, Julius van den Berg en Valentin Madouas, de drager van de bergtrui.

Zij kregen desondanks niet genoeg ruimte van de ploegen die het in een sprint wilden laten eindigen en ze werden op de slotklim dan ook teruggegrepen. Op de slotklim deed vooral Trek-Segafredo het werk in dienst van Mads Pedersen en daardoor werd er op de laatste beklimming niet aangevallen. Het was bovendien niet steil genoeg voor de pure klimmers om grote verschillen te slaan.

In de afdaling was dat anders, want Soren Kragh Andersen van Team DSM zette alles op alles om weg te komen vanuit het peloton. Dat lukte de Deen uiteindelijk niet, maar door zijn actie verloren de ploegen wel de controle. Dat was voor Mathieu Burgaudeau het sein om op een hupje heuvelop nog eens aan te vallen.

De Fransman sloeg een gat en achter hem duurde het even voordat de sprintersploegen zich wisten te verenigen. Onder meer Team Jumbo-Visma weigerde het werk op zich te nemen in eerste instantie, ondanks dat Wout van Aert nog vooraan zat. Op zo'n vijf kilometer van de meet kwamen Trek-Segafredo, INEOS Grenadiers en toch ook Laporte namens Jumbo-Visma samen op kop om Burgeudeau nog terug te pakken.

Hoewel ze nog heel dicht kwamen, strandden de sprinters in het wiel van de Fransman. Pedersen en Van Aert eindigden respectievelijk als tweede en derde.

Nieuws
  • Cor Vos