Een dag voor Dwars door Vlaanderen ruimde Van der Poel meer dan twintig minuten in voor de pers. Het ging uiteraard over de rug, over zijn niveau en de klassiekers. “Ik denk dat het een van de beste voorbereidingen is geweest die ik ooit heb gedaan, want ik ben niet meteen omgeschakeld vanuit het cross-seizoen en heb echt lang de tijd gehad.”
“Ik voel me goed na de voorbereiding die ik heb gedaan, maar het moet zich natuurlijk wel uitbetalen. Het was iets korter dan ik normaal had gedaan, maar het is een hele goede voorbereiding geweest.”
Van der Poel steekt zich dan ook niet weg. “Qua waardes ben ik supergoed, maar dat geeft nog geen zekerheid voor de Vlaamse koersen. Ik ben heel tevreden met het niveau dat ik haal. Ik had niet gedacht om de klassiekers nog te halen na mijn rugproblemen. We keken zelfs al naar de Waalse klassiekers als richtpunt, omdat het meer tijd zou geven.”
Concurrentie met de handen in het haar om Van Aert te verslaan: ‘Wachten op Van der Poel om Wout te kloppen’
Op trainingskamp in Spanje verbeterde Van der Poel echter razendsnel. “Op twee weken tijd ben ik heel erg verbeterd en ben ik zelf gaan geloven in de klassiekers. Ik kan Dwars door Vlaanderen morgen zeker winnen, want het niveau van drie jaar terug kan ik zeker aan.”
“Het is niet dat ik Dwars door Vlaanderen nodig heb voor de grote koersen, want ik ga met dit gevoel al met vertrouwen naar de klassiekers. Alleen ik koers graag en Dwars door Vlaanderen is een mooie koers. Ik ben blij dat die op mijn programma staat.”
Ook de rug houdt het goed verzekert de kopman van Alpecin-Fenix. “Ik heb geleerd dat ik mijn oefeningen niet moet vergeten, maar soms was er de voorbije jaren ook geen tijd omdat ik van discipline moest switchen. Nu rijd ik soms een uurtje minder op de fiets en spendeer ik dat uurtje aan krachtoefeningen voor mijn rug.”
“Ik doe mijn dagelijkse oefeningen, en ik ben zo goed als pijnvrij op de fiets. Ik denk dat het op de fiets beter is dan het is geweest de laatste jaren, maar ik moet er wel veel aandacht aan blijven schenken. Het is nu heel goed.”
Beeld: Cor Vos