Lotte Kopecky bijt op tong na Parijs-Roubaix: 'Ik was niet aangewezen als kopvrouw en ondanks tweede plaats overheerst ontgoocheling'

Na afloop deed de Belgisch kampioene haar verhaal tegen Sporza. "Er overheerst ondanks mijn tweede plaats vooral ontgoocheling", vertelde een hoorbaar gefrustreerde Kopecky. "Ik voelde me best goed vandaag en we hadden de wedstrijd goed onder controle met de ploeg. Maar in een split second verandert de situatie en zijn we aangewezen op achtervolgen."

Kopecky brak op meer dan vijftig kilometer van de meet de koers open. Ze kreeg Lucinda Brand en Marta Bastianelli met haar mee, maar van enige samenwerking was geen sprake. En dat kwam vooral door Kopecky, die niet genegen was om door te rijden met Brand en Bastianelli.

"Er werd niet echt doorgereden. Dat werd me ook gezegd vanuit de auto. Ik was niet echt kopvrouw, want dat waren Chantal van den Broek-Blaak en Christine Majerus. Het was mijn bedoeling de rest onder druk te zetten en niet zozeer om weg te rijden. Het is heel jammer."

De Italiaanse stond er vanmiddag in Parijs-Roubaix, maar dat ging niet vanzelf.

Bekijk ook

Parijs-Roubaix-winnares Elisa Longo Borghini heeft zware tijd achter de rug: 'Deed een stap terug om er twee vooruit te zetten'

Net nadat hun aanvalspoging teniet werd gedaan, ging Elisa Longo Borghini ervandoor. De Italiaanse van Trek-Segafredo kreeg twee rensters met zich mee, waaronder een ploeggenote van Kopecky: Elena Cecchini. Die kon de aansluiting met haar landgenote echter niet maken en dus was Kopecky genoodzaakt het werk volledig op zich te nemen.

"We werden ingelopen en dan gingen drie anderen, waaronder Longo Borghini. Die was vervolgens plots gaan vliegen. Ze was heel sterk, maar het is gewoon jammer."

Op de hoogte blijven van al het wielernieuws, de achtergronden en de randzaken van het peloton? Volg ons op Facebook, Instagram of Twitter!

Daarnaast zijn we natuurlijk ook in geprinte versie te vinden in de kiosk, met veel uitgebreidere verhalen om heerlijk op de bank te lezen in de loze uurtjes van de koers.