André van den Ende

Column | Drie weken gelletjes in de Giro: medelijden met de buschauffeurs!

Onze redacteur is na een paar dagen fietsen met gelletjes al verrot van binnen; hij wil niet weten hoe het in zo'n ploegbus ruikt en heeft medelijden met de chauffeur...

André van den Ende

Als ik zelf een meerdaags fietstripje heb, waag ik me ook vaak aan het lievelingskostje van profwielrenners: gelletjes. In tegenstelling tot veel mensen vind ik die portie energie in de vorm van gelatine-achtige prut met chemisch smaakje best te pruimen - als ik het zo opschrijf vind ik dat zelf ook wonderbaarlijk, maar ik knijp het zo naar binnen.

Wat het doet met mijn lichaam als het daar eenmaal in is geknepen, is dan weer een heel ander verhaal. Op de korte termijn voel ik m'n energieniveau al na een paar minuten weer stijgen tot een niveau waar die toverdrank van Asterix & Obelix nog een puntje aan kan zuigen. Met name als ze er ook nog een beetje cafeïne hebben ingedaan, ben ik niet meer te stoppen - voor even dan.

Maar er is helaas ook een langetermijneffect. Net zoals er bij alcohol een keerzijde zit aan de pret die je ervan hebt, is dat bij gelletjes ook zo. En het is eigenlijk wel een beetje vergelijkbaar. Niet dat ik een dag na een gelletje als een vaatdoek de hele dag met zelfmedelijden op de bank lig in foetushouding, maar gelletjes zorgen er, net als drank, wel voor dat je totaal verrot van binnen.

Nucleaire ramp

Althans, dat is mijn ervaring na een paar dagen fietsen - en dan neem ik nog maar hooguit twee gelletjes per dag. Het effect op mijn darmflora is van dien aard dat ik me weleens zorgen heb gemaakt of mijn lijf, na Chernobyl, niet een tweede grote nucleaire ramp in Europa zou kunnen veroorzaken.

Als die gedachten bij mij al opkomen na een paar dagen fietsen op hooguit twee gelletjes, hoe moet het dan in vredesnaam zijn in een ploegbus vol met wielrenners die zo ongeveer drie weken op dat spul leven? Niet best, denk ik.

En dat is een understatement. Ik kan me zo voorstellen dat de stank in de ploegbus niet te harden is met acht gelletjesmonsters aan boord. Daar kan geen luchtverfrisser met dennengeur tegenop.

Met de airco op 100 krijg je de zweetgeur (of meer de regenstank deze Giro..) van direct na de etappe nog wel weg als de renners gedoucht zijn, maar zo'n douche reinigt je niet van binnen, om het maar eufemistisch uit te drukken. Anders gezegd: arme, arme buschauffeurs!

Beeld: Cor Vos