André van den Ende

Column | Waarom ik nu al als een berg opzie tegen de etappe over de Alpe d'Huez in de komende Tour de France

Onze redacteur ziet enorm op (jaja, als een berg..) tegen 14 juli van dit jaar, als de etappe van Briançon naar Alpe d'Huez op het programma staat. Hieronder legt hij uit waarom (spoiler: het heeft iets met carnaval te maken..)

André van den Ende

Gezien in de Giro de afgelopen weken: een meerennende tosti, een meerennende banaan, een meerennende fluitketel, een meerennende watermeloen, een meerennende Spongebob, een meerennende Tarzan, een meerennende Romeinse soldaat en een meerennende bloempot.

De helft van de hierboven genoemde meerenners zijn door mij bedacht, de andere helft niet. En het ergste daaraan is: niemand kan met zekerheid zeggen welke. Een meerennende tosti, het kan net zo goed waar zijn als een meerennende Spongebob - of weet je nog, de meerenner die een kettingzaag had meegenomen in de Giro van vorig jaar.

Het absurdisme in het wielrennen is zowel fantastisch als kwaadaardig. Ik bedacht een aprilgrap waarbij Jumbo-Visma bijenpakken zou gaan verkopen als merchandise; het had zomaar waar kunnen zijn. Mathieu van der Poel die wordt aangemoedigd door een als kok verklede man met een pan in de ene hand en een ananas in de andere; het had zomaar niet waar kunnen zijn.

Dat laatste was dus wel waar zoals je hierboven maar al te goed ziet en dat is schitterend, gezien de heerlijke, humorvolle Pizza Hawaii-soap van Mathieu van der Poel. Maar veelal zijn meerenners juist humorloze idioten die geen moer geven om de renner naast wie ze rennen, maar even voor hun eigen 30 seconds of fame gaan.

Het wordt gek genoeg langs het parkoers nog storender als meerenners niet meer de kans de krijgen om mee te rennen. Dan is het namelijk op een col zo druk met dronken idioten die hun volgende biertje en de daarbijbehorende horlepiep eigenlijk veel belangrijker vinden dan een passerende Pogacar, Van der Poel of Van Aert.

Je zou zeggen dat het wielerliefhebbers, die zich bovenop zo'n berg verzamelen. Maar dat blijkt uit niets. Ze versperren hen eerder de weg dan dat het nog om aanmoedigen gaat. Het zou mij als wielrenner doodeng lijken om door zo'n haag van mafkezen te moeten rijden. Als klap op de vuurpijl hebben ze vaak een vlag meegenomen, die kunnen immers zo lekker blijven haken in een derailleur!

Vanwege al deze bovenstaande zaken vrees ik donderdag 14 juli met grote vrezen in de komende Tour. Aankomst op Alpe d'Huez op de nationale Franse feestdag. What could possibly go wrong? Een perfect storm in wording. Van rennen zal geen sprake zijn, zo druk zal het op de Alp zijn.

Daarbij zullen ook de onzen zich weer verzamelen in bocht 7. Het carnaval op die berg, voor mij heeft het niks met wielrennen te maken. Het is vast goedbedoeld, maar als je met z'n allen op de klanken van een derderangs dweilorkest achter elkaar wil zitten om droog te roeien, dan zijn daar toch andere plekken voor dan een Franse weg die gemiddeld met zo'n 8 procent omhoog loopt terwijl er ieder moment 200 topsporters kunnen passeren?

Ik zie kortom als een berg op tegen de aankomst op de Nederlandse berg. En ik voorspel een hel. Dat rijmt, dus het is waar.

P.S. Als Mathieu van der Poel op 14 juli al wheelieënd door bocht 7 rijdt en hij ruim baan krijgt, dan kun je deze column tegen die tijd als niet geschreven beschouwen, maar ik vrees dus het ergste.