Interview | Primoz Roglic: 'Zelfs toen ik nog roltrappen schoonmaakte, geloofde ik erin dat ik een speciaal iemand kon worden in de wielersport'

Dat Primoz Roglic geen normale atleet is, blijkt wel uit dit interview uit onze Tourspecial. Terwijl deelname aan de Tour de France nog niet eens in zicht was, geloofde hijzelf al erin dat hij kon strijden om de eindzeges in grote rondes.

Tour de France Tim Beck

Onderstaand een passage uit het uitgebreide interview met Primoz Roglic dat je kunt lezen in onze Tourspecial, die je vanaf nu kunt kopen in de supermarkt, boekhandel of via deze link kunt bestellen. In het artikel hieronder vind je meer informatie over dit superdikke nummer (212 pagina's), maar nu alvast een sneak preview van het stuk met de kopman van Team Jumbo-Visma.

Lees ook: Tour de France | 10 redenen waarom je de Wieler Revue-Tourspecial in huis moet hebben!

In dit fragment gaat Roglic vooral in op het begin als wielrenner, maar we spraken hem ook over zijn knieblessure, het notitieboekje waarin hij alles noteert en zijn grote rivaal Tadej Pogacar.

Laten we iets dieper ingaan op het begin als wielrenner. Kun je iets meer vertellen over die periode? Hoe verdiende je je geld in de jaren ervoor?

"Ik verkocht eerst reinigingsmachines en later maakte ik roltrappen schoon. Daarmee verdiende ik best veel geld. Ik werkte rond vier of vijf uur ‘s nachts als alles nog dicht was. Er was verder niemand daar. Vervolgens had ik de hele dag nog voor me. Dat deed ik in een supermarkt zoals de Jumbo. Ik was toen een jaar of 23. Het was niet heel moeilijk, want er is een speciale machine voor. Het was een deel van mijn leven toen. Alles wat je doet, daar moet je trots op zijn."

En na je werk ging je trainen?
"Soms had ik de fiets zelfs al in mijn auto liggen. In 2012 investeerde ik drieduizend euro in een fiets en in een trainer. In 2013 ging ik al naar de continentale ploeg Adria Mobil. Ik begon met driehonderd euro per maand. Ik zei tegen de directeur: ‘Ik hoef geen geld, maar geef me in elk geval de kans.’"

"Dat was genoeg voor me. Ik was vooral dankbaar dat ik goed materiaal kreeg. De tweede koers in mijn loopbaan was de Coppi e Bartali tegen gasten als Ivan Basso. Na twee dagen kon ik niet meer lopen en dacht ik dat het onmogelijk zou zijn om drie weken achter elkaar te fietsen."

Vuelta-eindzege nummer 3

Hoe reageerden je naasten toen je besloot om een carrière als wielrenner na te jagen?
"Die dachten waarschijnlijk dat ik gek was. Ineens zei ik: ‘Ik ga wielrennen en wil de Giro d’Italia of Tour de France rijden.’ Ze dachten: huh, hij heeft nog nooit op een fiets gezeten, toch? Waarschijnlijk waren ze ervan overtuigd dat ik van gedachte zou veranderen en dat ik een dag later weer iets anders zou willen doen.”

Was je op dat moment zelf al écht overtuigd dat je prof kon worden?
"Ja, eigenlijk wel. Als je nu terugkijkt, denk je: het was belachelijk om eraan te beginnen. Maar op dat moment was ik er zeker van. Ik had één groot voordeel: ik wist enigszins hoe ik fysiek en mentaal in elkaar zat."

"Ik dacht dat wielrennen goed bij me zou passen, maar ik wist verder helemaal niets van de sport. Ik wist niet dat je moest plassen vanaf de fiets, dat er een kopgroep vandoor gaat vroeg in de koers. Maar ik had wel altijd het geloof dat ik een speciaal iemand kon worden in de wielersport."

Bekijk het originele bericht