Pascal Eenkhoorn pakte de nationale kampioenstrui vrijdag, maar Jumbo-Visma-manager Richard Plugge is geen fan van de kampioenstruitjes. Dat vertelde de teambaas in gesprek met De Volkskrant. 

Het steekt Plugge dat je met een kampioenstrui afwijkt van je ploeggenoten. “Renners moeten het gevoel hebben bij dezelfde groep te horen”, vertelt hij tegen de krant. “Ik geloof heilig in dat teamgevoel en dat creëer je mede door hetzelfde shirt te dragen en daar trots op te zijn. De prijs, een jaar lang een andere trui dragen dan het teamshirt, hoef ik niet zo nodig. En al helemaal niet als het om een land gaat waar nauwelijks wielrenners vandaan komen.”

Het komt de zichtbaarheid van de renners van een ploeg volgens Plugge niet ten goede. “Je hebt geen idee wie waar bij hoort en het publiek is in de grootste wedstrijd van het jaar zijn of haar idool kwijt. En de ploeggenoten elkaar ook. Die zien het geel-zwart meteen in het peloton, maar moeten dan in volle inspanning bedenken: daar zie ik iets met rood-wit-blauw, wie was dat ook alweer?”

Vanuit de UCI zijn bepaalde regels opgesteld in zake het dragen van kampioenstruien. “Ik wil meedoen met deze sport, dus houd ik me aan de regels. Laten we er dan het mooiste van maken.” Plugge snapt dat renners wél graag de kampioenstrui dragen. “Dat je een jaar lang kunt zeggen, kijk mij eens nationaal kampioen zijn, daarmee onderscheid je jezelf als renner. Maar dat is precies mijn probleem.”