Pogacar zag er nog erg goed uit na de Galibier. Hij nam het commando op het dak van de Tour en speelde nog uitgebreid met de camera aan de voet van de Col du Granon. Enkele kilometers later was het spelen gedaan en zag hij alle kleuren van de regenboog om zijn achterstand op een ontketende Jonas Vingegaard zo klein mogelijk te houden.

Tadej Pogacar: “Op en na de Galibier voelde ik me nog goed, ondanks de vele aanvallen van Jumbo Visma. Zij speelden het tactisch erg goed uit vandaag, terwijl het voor onze ploeg moeilijk was om te controleren. We zijn nog maar met weinig manschappen en dus konden we niet alle aanvallen beantwoorden. Ik weet niet of het een hongerklop was of de voortdurende speldenprikken van Jumbo Visma. Een beetje van alles, denk ik. Ik had ook niet mijn beste dag.”

De Sloveen kijkt nu plots tegen een gat van 2’22 aan, nadat Vingegaard hem op nauwelijke vier kilometer tijd helemaal naar de verdoemenis reed.

Pogacar: “De achterstand is groot inderdaad, maar ik leg me hier niet bij neer. We zien morgen wel hoe ik me voel. Ik wil racen tot het einde, zodat ik er achteraf geen spijt van moet hebben. Vandaag verlies ik drie minuten, morgen win ik er misschien weer drie.”