Frans Maassen over strijd voor groen en geel: 'Ik denk niet dat we nu veel energie in Van Aert gaan steken'

Vandaag is een etappe waarin Wout van Aert een kans van misschien wel 99 procent heeft om te winnen. Het is een overgangsetappe die zomaar te zwaar kan zijn voor de pure sprinters, maar die de Belg wel makkelijk zou kunnen verteren. Toch komt Van Aert voorlopig even niet aan de beurt, denkt ploegleider Frans Maassen. Ook omdat hij al een straatlengte voor ligt in de strijd om het puntenklassement.

Wat betreft Team Jumbo-Visma rijdt er dan ook een vluchtersgroep weg naar Saint-Étienne. "Ik denk niet dat we nu heel veel energie in Wout gaan steken", vertelt Maassen in gesprek met Het Laatste Nieuws. "Een vlucht? Prima. Andere sprinters lozen? Niet onze opdracht. Van Aert zelf proberen winnen? Wout staat er goed voor wat groen betreft, en hij gaat vast nog ergens een kans krijgen, maar het is niet de bedoeling dat wij nu voor hem gaan werken."

Saai maken

De rit naar Alpe d'Huez werd vakkundig gecontroleerd door de Nederlandse ploeg. Nathan Van Hooydonck, Christophe Laporte, Tiesj Benoot, Wout van Aert, Primoz Roglic, Steven Kruijswijk en Sepp Kuss: ze deden allen berewerk in dienst van kopman Vingegaard. Een wereld van verschil met de dag eerder, waar Team Jumbo-Visma vol ten aanval trok.

Arthur van Dongen ging dieper in op de tactiek. "We wilden controleren en aan energiemanagement doen. Ik kan me voorstellen dat er voor de kijkers een groot contrast was met de rit van woensdag, maar sorry: ons plan is om het nu saai te maken. Het geeft een goed gevoel als je op het einde nog vijf renners hebt in een elitegroep van twaalf. Zo voelt controle."

Van Dongen roemt de ploeg, die ook zelf beslissingen kan nemen en niet wacht op orders vanuit de teamwagen. "We hebben een ploeg met leiders. Wout en Tiesj communiceren voortdurend met de volgwagen. We hebben vooraf een plan en weten in welke volgorde we onze mensen willen inzetten, maar de renners bepalen mee wat er gebeurt op basis van hoe ze zich voelen. Daardoor kunnen we constant schakelen. Ik zou het hogeschoolwielrennen durven noemen."