Lotte Kopecky kende na een emotioneel voorjaar, waarin ze weliswaar voor de tweede keer de Ronde van Vlaanderen won, maar het overlijden van haar broer de sportieve prestaties overschaduwde, een geweldig begin van de Tour de France Femmes. Ze pakte gisteren de rit, het geel, het groen én de bolletjestrui.

Zulke prestaties komen natuurlijk niet vanzelf. Daarvoor is hard labeur nodig. Van jongs af aan al. De Belgische krant De Morgen sprak daarom enige tijd geleden al met de opa van de inmiddels 26-jarige renser van SD Worx.

Disco

“Het is fantastisch om zo’n talent te zien bij je kleindochter”, begint de 78-jarige Francois z’n relaas. “Zeker als je weet wat wij voor haar gedaan hebben. Mijn vrouw en ik zijn met Lotte al van kinds af aan naar elke wedstrijd gereden. Haar ouders moesten vaak werken en hadden weinig tijd, dus reden wij bijna wekelijks met haar naar de koers.”

Maar Francois wil toch vooral benadrukken wat Kopecky er zelf voor heeft gedaan, maar vooral ook gelaten. “Ze moet er wel wat voor overhebben, als topsporter. Ik denk niet dat Lotte ooit al een disco van binnen gezien heeft. Ze heeft zich altijd gefocust op haar job. Dat moet je niet onderschatten, ik zou er zelf niet aan beginnen. Maar Lotte heeft altijd al voor twee geteld, ze heeft een sterk karakter en liet zich nooit doen, door niemand.”

Jongens afdrogen

Daarover kan de voorzitter van Kopecky’s eerste wielerclub, Steeds Vooraan uit Kontich, meepraten. De 75-jarige Gregorius Van Moer haalt herinneringen op aan het toptalent met een ijzeren wil.

“Lotte kwam bij ons in de club toen ze 11 jaar was, ze was een van de eerste rennertjes bij de dames. Het viel ons meteen op dat ze meer kon dan een normaal meisje. Ze zei altijd: ‘Wat de jongens kunnen, dat kan ik ook.’ Altijd al was ze ambitieus, ze droogde de jongens gewoon af. We hebben nog altijd een spandoek in ons clublokaal hangen van toen ze het BK tijdrijden won.”