In gesprek met Het Laatste Nieuws krijgt Vanthourenhout de stelling voorgeworpen wat hij zou doen als Evenepoel en Van Aert in een groep van twaalf zitten in de slotronde. “Ik zou Evenepoel niet op kop zetten om tempo te rijden met Van Aert in het wiel. Na een koers van 260 kilometer ga je niet zomaar naar de streep met Mathieu van der Poel.”
Sowieso heeft Van der Poel indruk gemaakt op de bondscoach. “Hij won Geraardsbergen en Izegem (twee kermiskoersen, red.) ondanks hij ’s ochtends al twee uur had getraind. De dag voordien had hij vijf uur op de fiets gezeten. Het waren geen topkoersen, maar het was ook niet tegen pannenkoeken.”
Volgens Vanthourenhout moet Evenepoel wereldkampioen worden op de manier hoe hij Luik-Bastenaken-Luik won. Met een lange solo dus. “Hoe hij Luik won, dat lijkt mij de manier waarop hij wereldkampioen kan worden. Alleen heeft hij nu niet diezelfde voorbereiding.” Vervolgens gaat het over de rest van de ploeg en is Vanthourenhout ook stellig: “Quinten Hermans kan ook wereldkampioen worden.”
Tom Boonen
In hetzelfde artikel legt Tom Boonen uit dat het wedstrijdverloop op een wereldkampioenschap altijd anders is. “Hermans is mijn dark horse. Niemand praat over hem. Hij heeft zich in de schaduw kunnen voorbereiden en beschikt over een sterke sprint. Een winnaarstype. Als Hermans op twee ronden van het einde in een groep van acht man verzeild raakt, hou je dan maar vast.”
Op anderhalf uur van het einde ontstaat volgens de wereldkampioen van 2005 ieder jaar weer een gevaarlijke groep. “Vaak blijft die niet tot het einde weg omdat één land niet wil meerijden, maar dit parkoers leent zich daar wel toe. Om dezelfde reden schuif ik Dylan van Baarle naar voren. Hij heeft ook een neus voor zulke situaties.”