Van Robert Gesink tot Julian Alaphilippe: waarom zoveel profrenners hun stekje in Andorra vinden

Niet Monaco, maar Andorra is dé hotspot waar steeds meer professionele wielrenners naar toe trekken. De regio wint sterk aan populariteit en daar zijn heel wat redenen voor die verder gaan dan het mooie weer.

aerial view of the city of Andorra la Vella, capital of Andorra

Robert Gesink, Egan Bernal, Julian Alaphilippe, Thomas Pidcock, Enric Mas, Sepp Kuss en de Yates-broers zijn maar enkele grote namen die in het landje in de Pyreneeën hun toevluchtsoord hebben. Ze zouden in totaal met tenminste honderd zijn.

Heel wat redenen maken van Andorra hét walhalla voor renners om er hun trainingskilometers af te werken. We zetten ze voor je op een rijtje:

1) Hoogte

In tegenstelling tot Monaco, dat op zeeniveau gelegen is, ligt Andorra in de bergen. In Andorra train en slaap je op hoogte, waardoor je eigenlijk permanent op hoogtestage bent.

De hoofdstad Andorra la Vella bevindt zich al op 1000 meter hoogte, maar wanneer je begint te klimmen kom je al snel hoger. In die hoger gelegen gemeentes Canillo en La Massana vind je veel profs.

2) Fiscaal voordeel

Geld is altijd een belangrijke motivator en niemand betaalt graag belastingen. Bij renners is dat niet anders. In Andorra betaal je minder belasting op je inkomen dan in buurlanden Spanje en Frankrijk (en ook minder dan in Nederland en België) en de winkels zijn taxfree. Vooral voor de grootverdieners in het peloton is een vestiging in zo'n land fiscaal erg interessant.

3) Klimaat

In Andorra zijn de temperaturen heel aangenaam om in te trainen. In tegenstelling tot het Zuiden van Frankrijk en Spanje, blijft Andorra in de zomer gespaard van extreme hitte (ook door de hoogte). De strenge winters kunnen als een nadeel beschouwd worden, maar met 300 dagen zonneschijn per jaar valt dat nog geweldig mee. Andorra kent bovendien weinig regenval.

4) Wegen

In Andorra is de fietser koning. De wegen zijn in perfecte staat en er is weinig verkeer. Autobestuurders hebben er veel respect voor fietsers.

5) Rust

Vooral grote renners ontsnappen niet aan de faam die ze krijgen. Overal worden ze herkend en moeten ze mooi glimlachen voor de zoveelste selfie. Niet in Andorra dus. Daar kan je als renner gerust in alle anonimiteit rond fietsen zonder herkend te worden.

6) Vastgoedprijzen

Niet onbelangrijk zijn de prijzen van huizen en appartementen. Dat lijkt in Andorra nog enigszins mee te vallen in vergelijking met Monaco, maar de laatste tijd gaan de prijzen van vastgoed snel omhoog. Inmiddels betaal je 5000 euro per vierkante meter.

7) Community

Een groot deel van het peloton vertoeft in Andorra en de ministaat is met zijn diameter van 25 kilometer niet super groot. Profrenners komen elkaar dan ook vaak tegen en gaan samen trainen. En een lange training afwerken is natuurlijk altijd toffer in een groepje dan alleen.

Hieronder zie je bijvoorbeeld een ritje van Robert Gesink met Tao Geoghegan Hart van INEOS. In wedstrijden concurrenten, maar daarbuiten fiets(en barbecue)maatjes.

8) Landschappen

Tot slot is Andorra met zijn prachtige natuur, adembenemende berglandschappen en hoge bergtoppen een droomland om in te wonen. Neem eens een uitgebreider kijkje op de Strava van Robert Gesink en je zult het zelf zien - of ga er zelf eens fietsen, nog beter natuurlijk!

Achtergrond
  • Photo; Armando Oliveira/iStock