Remco Evenepoel liet gisteren in de eerste rit van de UAE Tour zien het waaierrijden inmiddels ook onder de knie te hebben (waar dat in het verleden nog wel anders was, zo gaf hij aan). Vandaag staat er een ploegentijdrit van 17,3 kilometer op het programma en dat is natuurlijk een kolfje naar de hand van de Kannibaal van Schepdaal.

Voor zijn ploegmakkers is het duidelijk na wat ze gisteren in de waaieretappe van de kleine Belg zagen: het worden geen plezierige 17,3 kilometers op hun tijdritfiets.

Tim Merlier zag Evenepoel van dichtbij aan het werk in de eerste waaier en weet dus wat hem te wachten staat. “Ik dacht dat het kicken zou worden. Maar zoals ik Remco heb zien rijden en zoals mijn benen nu aanvoelen… Ik begin met een klein hartje. Het wordt de hel”, zei hij na de etappe van gisteren (die hij met het kleinst mogelijke verschil won).

Ook sprintaantrekker Bert Van Lerberghe vreest met grote vrezen. “Ik zit niet elke week op mijn tijdritfiets en ben er wat minder behendig op. Ook dat geeft dus stress. Je wil natuurlijk niet de minste zijn. En je wil al zeker niks verkeerd doen”, zegt hij tegen Het Nieuwsblad.

Pieter Serry de ongelukkige

Degene die het ’t zwaarste gaat krijgen, is degene die uitverkoren is om de positie achter Remco Evenepoel in te nemen. Hij ziet de bui al hangen. “Remco is heel aero en ik ben ook een stuk groter. Ik ga achter hem wel in de wind zitten.”

En daar houdt het niet op voor Serry, wordt duidelijk uit het vervolg van zijn betoog. “Mauro Schmidt komt dan weer na mij en die durfde op de training al eens ‘snokken’. Het lastigste moment bij een ploegentijdrit is achteraan aansluiten wanneer je van de kop komt. Dus het tempo mag dan niet omhooggaan. Ik ga sowieso zo lang mogelijk aanklampen, maar meegaan tot aan de finish zal normaal gezien niet lukken.”