Woensdag leverde Mathieu van der Poel nog een pracht van een lead-out af voor Jasper Philipsen, maar gisteren moest hij al vrij snel passen op het klimmetje dat de spil was van de vierde etappe in de Tirreno-Adriatico. Hij sprak zelf van slechte benen en panikeert absoluut niet.
Ook vader Adrie houdt vertrouwen, zo vertelt hij aan Het Nieuwsblad. Hij legt ook uit dat 2022 totaal niet te vergelijken is met de aanpak van dit jaar. Toen pakte hij na rugproblemen meteen uit met een derde plek in Milaan-Sanremo, terwijl hij het nu in z'n eerste koers, de Strade, moest doen met een vijftiende plek.
"In principe is het makkelijker om daar te beginnen dan in de Strade Bianche. In Sanremo moet je vooral zorgen dat je zo fris mogelijk de Poggio overkomt en als dat lukt, is Matje in staat om een goede sprint te rijden. Maar in de Strade is het vanaf kilometer nul tot de finish volop koers. Zijn vijftiende plaats was daar niet slecht, al had hij op sommige momenten wel wat zuiniger kunnen rijden."
Van wat hij zag van zijn zoon, denkt Van der Poel senior wel dat hij er zal staan in La Primavera. Maar zelfs voor Adrie is zijn zoon een vat vol verrassingen.
"Die koers en ook hoe hij de Tirreno doorkomt, zijn tekenen dat hij snel beter wordt. Ik heb er vertrouwen in dat Matje in Milaan-Sanremo de vorm heeft om mee te doen voor de zege, en dat hij die kan doortrekken tot en met Parijs-Roubaix. En misschien kan hij eerder toeslaan, want ook voor mij geldt: met hem weet je het nooit."
- Photo: Anton Vos/Cor Vos © 2023