De eerste etappe van de Ronde van Catalonië was er op papier een voor de sterk klimmende sprinters, maar toch ontstond een sterke kopgroep met onder anderen Oscar Onley, Alessandro De Marchi, Rune Herregodts en Jetse Bol. Die laatste beloonde zichzelf met de bergtrui. Kans op de dagzege maakten ze geen moment, want onder meer Alpecin-Deceuninck en Cofidis wilden het tot een sprint laten komen.

Op het laatste heuveltje van de dag namen Steven Kruijswijk en Tobias Foss de kop van het peloton om even door te trekken, maar veel bracht dat niet teweeg. Het zorgde er alleen voor dat er een halve minuut van de voorsprong van de koplopers werd afgesnoept. De vluchters werden op zes kilometer van de meet ingerekend door het langgerekte peloton.

Zware valpartij

De finish lag op een klein hupje en daarbij zijn er ook weinig sprinters aanwezig in Catalonië, waardoor sommige klassementsrenners zich ook mengden in de strijd om de dagzege. Op vijf kilometer van de meet werd het peloton opgeschrikt door een zware crash waarbij onder anderen Dario Cataldo, Anthony Delaplace en Michael Storer betrokken waren.

Daardoor bleef een klein peloton over en het liep in de slotfase bovendien nog behoorlijk op en af. In de laatste fase deden Tobias Foss en Koen Bouwman goed werk in dienst van Roglic. Voor het mooie moest de Sloveen net iets te snel beginnen aan zijn sprint, maar Roglic wist stand te houden. Achter hem kwam Evenepoel nog heel sterk opzetten, maar de wereldkampioen moest genoegen nemen met de tweede plek. Ide Schelling eindigde op een knappe derde plaats.