Op tachtig kilometer van de streep misten ze de eerste waaier, maar bij passage twee door De Moeren zaten ze met vier man in de eerste groep van twintig in een uitstekende positie, vooral ook omdat sprintkopman Fabio Jakobsen een prima indruk gaf.

Maar tactisch liet het daarna wat te wensen over. Yves Lampaert schoof mee met rappe mannen Jasper Philipsen en Olav Kooij. Een scenario waarin eigenlijk niet te winnen viel, want Philipsen was aan de meet de snelste voor Kooij. Na afloop waren de druiven dus zuur voor Jakobsen en zijn QuickStep, en dat bleek ook wel na de finish.

Boze Jakobsen

Jakobsen was zo boos dat hij meteen de bus in stoof – wellicht ook bang om dingen te zeggen waar hij achteraf spijt van kreeg. Iemand anders van de vier van QuickStep reageerde wel, en was kritisch op Yves Lampaert.

“Het was niet de bedoeling dat Yves weg zou rijden, het was de bedoeling dat we voor Fabio gingen rijden. Dat was onze beste kans, denk ik. Ik heb verder ook niet met Fabio gesproken, maar we wisten wel dat het een slechte situatie was voor ons. Er waren twee rappe mannen mee van voren, die Yves normaal niet kon kloppen”, zegt Bert Vanlerberghe tegen In De Leiderstrui.

Lampaert reageert

Lampaert zelf verdedigde zich na afloop enigszins door te stellen dat hij niet het initiatief nam en niet echt meereed. “Ik wilde geen schifting maken, dat deed Philipsen. Het waren Philipsen en Kooij die vervolgens door deden, waarna ik een klein beetje meedraaide. Dan wordt het een beetje de kas opvreten…”

Dat Lampaert in de finale vervolgens op de sprint wachtte bevreemdde ook een beetje. Hij legt uit: “Je hoopt dat Philipsen en Kooij te veel energie zouden verspillen in de ontsnapping en dat je zelf nog ietsjes over kon houden, maar iedereen peinst dat je gaat. Ze zaten iedere keer te kijken en dan weet je: ofwel gok je op je sprint, ofwel je demarreert en bent klaar. Ze weten dat je komt, maar ja, het is…”, besluit de West-Vlaming enigszins vertwijfelend.