Core stability steeds belangrijker in de koers: 'Piekvermogen kan zo 20 watt hoger liggen na een zware koers'

In onze Giro-special (hier online aan te schaffen) hebben we natuurlijk alle informatie (en interviews en reportages) die je maar kunt bedenken over de komende Ronde van Italië, maar we hebben ook een mooie reportage over core stability, een steeds belangrijker fenomeen in de wielersport.

We spraken daarvoor de vaste kinesist van niemand minder dan Mathieu van der Poel en een expert die onder andere betrokken is bij het talentenprogramma van de Belgische Lotto.

Kinesist Van der Poel

Als er iemand vanwege z'n rugproblemen het belang van core stability kent, dan is het Mathieu van der Poel wel. Paul Van Loon is zijn vaste kinesist en was ook in dienst bij Alpecin-Deceuninck. Dat is hij vanwege tijdgebrek niet meer - de ploeg wilde iemand die meer dan 30 dagen per jaar beschikbaar was om mee te gaan; dat zegt al veel over het toegenomen belang.

Hij zag dat Van der Poel de oefeningen wat liet versloffen en daardoor rugproblemen kreeg. Volgens Van Loon waren daar wel redenen voor. "Het zijn gekke seizoenen geweest. In 2020 zat de kalender propvol vanwege de coronacrisis. Er waren weinig periodes waarin de renners even niets aan hun hoofd hadden."

"Het was een abnormale tijd en dat heeft eraan bijgedragen dat Mathieu een tijdje weinig heeft gedaan op dat vlak. In 2021 hetzelfde, omdat het mountainbiken met het oog op de Olympische Spelen erdoorheen kwam. Nu is alles weer in orde, maar Mathieu is inderdaad hét voorbeeld in de wielersport hoe belangrijk core-stability is voor een topatleet."

Vroeger veel minder aandacht

Van Loon zag als ervaren rot ook hoe het belang van core stability toenam. Hij weet nog hoe coureurs er vroeger me omgingen. "Een renner deed hooguit eens een paar push-ups, sit-ups of drukte zich een paar keer op in de winter. Als je een beetje geluk had, werkte je samen met een fysio die al enigszins geschoold was in het aanpakken van de romp, maar het was nog heel eenvoudig."

"Tijdens het seizoen was niemand ermee bezig. Dat komt ook omdat je als wielrenner je sport kunt blijven uitvoeren als je als een bloemzak op de fiets zit, maar als je je oefeningen trouw uitvoert, ga je efficiënter fietsen. Het maakt je uiteindelijk écht beter."

Lees verder door op volgende te klikken. Expert Ward Van de Capelle komt daar over de watts te spreken en hoe de oefeningen blessuregevallen significant verminderden 

Eraan werken vóór het een probleem is

Dat beaamt Ward Van de Capelle zeker. Volgens hem is het een extra trainingsprikkel, maar werkt het ook ter preventie van blessures. Hij is nog actiever in de wielerwereld dan collega Van Loon. Zo is hij betrokken bij het Lotto Cycling Talent-project waaruit tientallen Belgische profs voortvloeiden, begeleidt hij op individuele basis verschillende renners en is hij als hoofdcoach verbonden aan Team Flanders-Baloise.

“Rug- en ook knieproblemen komen veel voor in de wielersport, maar sinds we bij Team Flanders-Baloise meer core-stability doen, is het aantal gevallen drastisch gezakt. Als je vroeger een blessure had, werd gezegd: ‘Dan moet je nu aan je zwakke punten gaan werken.’ Nu is dat totaal anders, want tegenwoordig wordt gewerkt aan die zwakke plek vóórdat het een probleem is.”

Minder weerstand

De laatste jaren merkt Van de Capelle dan ook dat er minder weerstand is tegen core-stability-oefeningen. De renners die hij begeleidt voeren zijn opdrachten trouw uit en dat heeft er volgens hem vooral mee te maken dat het naast blessurepreventie uiteindelijk ook de prestaties bevordert. Zoals ook Van Loon vertelde.

“Ten eerste kun je makkelijker een aerodynamische houding aannemen als je leniger bent. Ten tweede kun je ook je kracht makkelijker kwijt als je stabieler op je fiets zit. Zeker als je vermoeid bent, kun je daardoor nog een bepaald vermogen halen."

"Het is moeilijk om daar een getal op te plakken, maar het piekvermogen kan zomaar twintig watt omhooggaan na een lange koers. Het is niet wetenschappelijk bewezen dat dat door core-stability komt, want daar is geen uitgebreid onderzoek naar gedaan. Alleen zal het wel meespelen, want het is op z’n minst opvallend dat jongens efficiënter zijn gaan fietsen nadat ze meer aan hun hele lichaam zijn gaan werken", besluit hij.