Koersen is niet enkel knallen op het vlakke, dokkeren over kasseien en zwoegen in het hooggebergte. Lange, steile, technische en levensgevaarlijke afdalingen maken ook deel uit van het takenpakket van een renner. Wie een berg oprijdt, moet deze immers ook weer afdalen.

In koers worden die afdalingen vaak op de limiet genomen (en dat loopt niet altijd goed af…), waardoor profrenners over een flinke dosis lef en technische skills moeten beschikken om heelhuids beneden te komen.

De beste daler uit de wielergeschiedenis is ongetwijfeld Paolo Savoldelli. De Italiaan ontleent er zelfs zijn bijnaam ‘Il Falco’ aan. In het huidige peloton zijn er maar weinigen die de daalkunsten van Tom Pidcock kunnen evenaren. Bekijk maar even deze beelden uit de Tour de France 2022! (Lees verder onder de video)

Zelf dalen

In gesprek met GCN heeft de wereldkampioen mountainbike uitgelegd hoe hij zo snel daalt. Alles begint met de set-up van de fiets. De Brit raadt een bandbreedte van 28 milimeter aan en schijfremmen aan. De bandendruk mag niet te hoog zijn. Zelf kiest Pidcock voor 4.2 bar (hij weegt 58 kg).

Een ander heel belangrijk aspect is vertrouwen. Dat vertrouwen bouw je langzaam op, zolang je niet crasht. Als het toch misgaat, moet je op zoek gaan naar de oorzaak van de val.

In de aanloop naar een bocht kijk je best niet naar de grond, maar vooruit, zodat je weet wat er op je afkomt. Om dezelfde reden rijd je ook beter niet in het wiel van iemand anders. In koers is achter een moto rijden heel handig, omdat de rode remlichten aangeven wanneer de motard remt.

Voor de overige tips kan u hieronder de volledige video bekijken, die ruim 9 minuten duurt.