“Ik heb er geen woorden voor”, begon Bredewold na afloop haar verhaal bij de NOS. “Ik ben aan het dromen, leef in een waas.” Bredewold viel aan op ruim tien kilometer van de meet en door het ploegenspel erachter kwam er geen moment een achtervolging op gang. Ze bleef Wiebes en Kopecky drie seconden voor.
“We wilden met de ploeg een carrousel van aanvallen doen zodat we de koers zwaar zouden maken. Ik zat nog helemaal in die modus. Het was eigenlijk niet de bedoeling om aan te vallen in de slotronde, maar ik zag het moment. Het was het perfecte moment. Ik ging en moest ervoor zorgen dat de anderen vol moesten werken achter mij.”
Lange tijd reed ze op kop met de bedoeling om de andere Nederlandse rensters in een ideale positie te zetten. “Tot de laatste twee kilometer zat ik te wachten tot ze kwamen, maar de laatste keer VAM-berg dacht ik: hard doorgaan nu. Ik moest zo hard mogelijk pushen. Ik keek om, maar zag ze nog steeds niet. Het was alles of niets. Echt bizar!”