In die rustperiode, die weer onderbroken zal worden door een aantal crossen aan het einde van het jaar, gaan Van der Poel en Alpecin-Deceuninck de puzzel leggen voor volgend jaar. De voorjaarsklassiekers in de regenboogtrui zijn sowieso een doel, maar hoe gaat zijn zomer eruit zien? Met de Tour de France? Met zowel de weg- als mountainbikewedstrijd op de Olympische Spelen in Parijs?

Het zijn vragen waarover hij zich moet buigen, maar waar veel mensen een mening over hebben. Bondscoach Koos Moerenhout zou uiteraard graag zien dat Van der Poel ook de wegwedstrijd rijdt, vertelt hij tegen WielerFlits. En het liefst de Tour de France als voorbereiding. “Net zoals nu op het WK, dat hij won. En de winnaar heeft altijd gelijk. Dat is wel een plan dat Mathieu met zijn eigen ploeg moet doornemen. Ook hoe actief hij de Tour rijdt. Dat heeft allemaal met elkaar te maken, ook met het traject voor de Tour. Je moet voorkomen dat je tijdens zulke grote kampioenschappen aankomt met een uitgebluste renner.”

Trainingsblokjes

Van der Poel heeft de afgelopen Tour ondanks ziekte ook gebruikt ter voorbereiding op het WK. Tijdens de koers zou hij af en toe trainingsblokjes hebben gedaan, zo deden de verhalen in het peloton. “Sommige renners moeten echt groeien in een grote ronde, zodat ze er daarna beter uit komen. Dat blijft altijd een beetje koffiedik kijken. Ik laat die verantwoording bij Mathieu zelf. Als hij ergens voor gaat, dan gaat hij ook voor de beste voorbereiding. Zo professioneel is hij, dat vertrouwen heb ik en verdient hij ook. In mijn ogen zou de Tour ter voorbereiding op de olympische wegwedstrijd niet verkeerd moeten zijn. Een meerwaarde zelfs.”

Mountainbikebondscoach Gerben de Knegt zou dat liever anders zien, omdat hij liever een specifiekere voorbereiding op de mountainbike ziet. “Een type-Van der Poel hebben we er geen twee van”, aldus Moerenhout. “Het is afwachten welke keuzes hij maakt. Hij gaat ook niet allebei de disciplines doen, als hij in een van de twee geen vertrouwen heeft. De komende tijd voeren we gesprekken om te zien waar zijn prioriteiten liggen.”