Het wegseizoen loopt stilaan op zijn einde en dus mogen we ons opmaken voor de crosswinter. In het buitenland zijn ze er al aan begonnen. Op 8 oktober wordt in Beringen het veldritseizoen pas écht op gang getrapt.

Beloftenwereldkampioen Thibau Nys zal komende winter niet in zijn regenboogtui te zien zijn. Het jonge talent, nog altijd maar 20 jaar oud, baant zich voortaan een weg door de modder bij de elite. “Een bewuste keuze”, vertelde hij bij de ploegvoorstelling van Baloise Trek Lions, bijgewoond door Het Laatste Nieuws.

Stap naar de top

“Op het EK na, waar ik lek reed, won ik vorig seizoen al mijn U23-crossen. Ik heb niks meer te bewijzen in die categorie. Ik voel dat het tijd is om de lat iets hoger te leggen. Ik ga proberen op regelmatigere basis de aansluiting te maken met het niveau-Iserbyt, -Vanthourenhout, -Sweeck en -Van der Haar.”

Nys noemt bewust de namen van de vier subtoppers. “Met Van Aert, Van der Poel en Pidcock moet ik echt niet bezig zijn. Ik ga geen stappen overslaan. Het niveau van die andere jongens is al heel hoog. Als ik met hen in duel kan gaan, mee de koers kan kleuren en dominant kan zijn in de finale, dan zou dat al bijzonder straf zijn.”

Weg

In tegenstelling tot zijn vader, scoort Nys junior ook op de weg. Het voorbije wegseizoen won hij zijn twee eerste profkoersen. In Grosser Preis des Kantons Aargau versloeg hij niemand minder dan Marc Hirschi en Pello Bilbao. Twee jaar geleden kroonde hij zich tot Europees kampioen bij de beloften.

Nys wil de twee disciplines blijven combineren en zal daarom ‘dubbele weekends’ zoveel mogelijk proberen te vermijden deze winter, zodat hij niet helemaal uitgeblust aan het voorjaar van 2024 moet beginnen. “Maar ik wil wel crosser blijven.”

Giro/Vuelta

Aan de grote klassiekers waagt hij zich volgend jaar nog niet. Nys overweegt wél zijn debuut in een grote ronde te maken. “Komende maand worden daar, samen met Lidl-Trek en coach Paul Van Den Bosch gesprekken over gevoerd”, zegt pa Sven. “Het is nog niet 100% zeker, maar de mogelijkheid op Giro of Vuelta bestaat. Zelf heb ik nooit een grote ronde gereden. Maar naar verluidt maakt een grote ronde je een andere atleet.”