Van der Poel in de problemen? Nederland met máár drie renners op de spelen van Parijs

Op basis van de landenranking van de UCI wordt beslist hoeveel renners en rensters per land mogen deelnemen aan de olympische wegrit en de tijdrit in Parijs. Als je in de top vijf eindigt, geeft dat het land recht op een extra renner in de wegrit.

België, Frankrijk en Groot-Brittannië zijn de enige landen die zowel bij de mannen als de vrouwen in die top vijf zijn geëindigd, en dus recht hebben op dat extra plekje. Zij zullen in Parijs met het maximum aantal van acht renners mogen starten. Mocht Van der Poel ervoor kiezen de wegrit te gaan rijden, dan kan hij daar wel eens tegen een overtal opbotsen.

Bij het bepalen van dat landenklassement wordt gekeken naar de best presterende acht renners per land in 2023. Van der Poel kan met zijn topseizoen dus niet alleen dat extra startbewijs voor Nederland binnenhalen.

Op de tijdrit laat elk land in principe één renner van start gaan, tenzij je op de WK in Glasgow in de top tien bent geëindigd. Dan mag er een tweede renner deelnemen. Zo heeft België door de wereldtitel (top tien positie dus) van Remco Evenepoel bij de mannen twee startbewijzen en bij de vrouwen door het ontbreken van die top tien klassering maar één. De voorwaarde is dat die renner ook moet deelnemen aan de wegrit. Je mag als land immers maximaal vier verschillende renners in actie laten komen.

Zeven plekken voor Nederland

Nederland heeft met de zevende plaats op de UCI landenranking bij de mannen geen recht op een extra plek. Ze zullen dus met drie renners van start moeten gaan. Op de tijdrit hebben ze ook maar één startbewijs. Maar bij de vrouwen leidt Nederland het landenklassement en dus mogen daar wel vier vrouwen in oranje naar Parijs. Bij de tijdrit hebben ook de vrouwen recht op slechts één plekje.