Het WK veldrijden is in het eerste weekend van februari in het Tsjechische Tabor, maar Van Aert en Pidcock laten het met het oog op het wegseizoen normaalgesproken schieten. “Nou dan is de winnaar bekend, hè”, aldus De Vlaeminck in Het Nieuwsblad. Daarmee doelt hij natuurlijk op Mathieu van der Poel. “Honderd procent zeker, want wat overschiet van de concurrentie is tweederangs.”

De Vlaeminck verontschuldigt zich nog voor die woorden. “Sorry dat ik het zo zeg, maar de rest is duidelijk minder, hè. Dat weet iedereen. Iserbyt, Vanthourenhout en Nys rijden dan voor de tweede plaats. Heeft het nog wel zin om te kijken? Ik zal nog wel voor mijn tv zitten, zeker omdat Van der Poel mijn favoriete coureur is, maar de mensen gaan daar toch niks aan hebben?”

“Die willen de toppers elkaar zien bekampen. Nu kunnen we het goud op voorhand al uitreiken. Had je me gezegd dat het WK in Amerika zou plaatsvinden, tot daar aan toe. Maar Tabor is toch niet ver? Ze moeten toch gewoon gaan? Het is Pidcock zijn recht dat hij zich focust op het mountainbike, maar de Spelen zijn pas in augustus.”

Van Aert

En daar komt hij Van der Poel waarschijnlijk ook weer tegen. “En voor hetzelfde geld is hij geklopt. Want tegenover Van der Poel is hij toch nog te licht. Dat Van Aert niet start is nog onbegrijpelijker, want hij maakt meer kans om te winnen. Maar ja, dat zit ook in het kopke, hè. Als hij denkt dat het WK er te veel aan is, dan zal het er te veel aan zijn.”

De Vlaeminck denkt op zijn beurt dat het WK en voorjaar prima zijn te combineren. “Van der Poel werd vorig jaar wereldkampioen in het veld en wat deed hij daarna? Hij won Milaan-Sanremo en Parijs-Roubaix. In mijn ogen moet Van Aert net meer doen in aanloop naar zijn grote doelen. Meer crossen rijden en meer kilometers maken. Hij moet mij niet geloven, maar als hij straks weer de rol moet lossen in de Ronde van Vlaanderen, krijg ik toch weer gelijk.”