Rigoberto Urán maakt zich op voor zijn allerlaatste seizoen als profrenner. De Colombiaan kan terugblikken op een rijkgevulde carrière met onder meer ritzeges in alle grote rondes, twee keer een tweede plek in het eindklassement van de Giro en winst in Grand Prix de Québec.

‘Rigo’ heeft inmiddels al 36 jaren op de teller staan en mag zich rekenen bij de oude garde van veteranen. In navolging van Peter Sagan, haalde hij in de podcast ‘La Movida‘ scherp uit naar de jonge generatie van toptalenten dat al op piepjonge leeftijd de allergrootste koersen wint.

Veel stress

Hij begint met de sfeer in het peloton tussen de twee generaties te vergelijken. “Tegenwoordig kijken ze enkel maar naar hun wattages. Er wordt niet meer gepraat met collega-renners en er heerst veel stress. Ze pushen al vanaf de eerste kilometer.”

Uran vreest ook dat carrières minder lang zullen duren. “De gemiddelde snelheid blijft stijgen. Je kan dat niet jarenlang volhouden. Het zal heel moeilijk worden voor renners zoals Tadej Pogacar en Remco Evenenpoel om na hun 32e nog competitief te zijn, al zullen er altijd wel uitzonderingen zijn.”

Respect

Een ander element is het respect binnen het peloton. “Ook op dat vlak is er veel veranderd. Als je vroeger als jonge knaap te dicht bij sterren als Cipollini reed, dan stuurden ze je naar de hel. Ik heb ooit gezien hoe zo’n jonge renner een elleboogstoot uitdeelde aan Chris Froome. Toen ik die leeftijd had, wist je waar je zou terecht komen. Nu gaan ze op hun 20e naar de Tour met de ambitie om de winnen.”

“Het respect is ook verloren gegaan omdat de leiders twintigjarige kinderen zijn. De hiërarchie in het peloton is helemaal veranderd. Er is geen patron meer in het peloton. Om de twee jaar komt er een nieuwe ster bovendrijven.”