In gesprek met Sporza gaat bondscoach Gerben de Knegt in op Van der Poel, die binnenkort zijn rentree in het veld maakt. Hét doel in de cross is het WK veldrijden begin februari. Dan wachten eind maart en begin april de klassiekers op de weg en vanaf dan zou de focus op het mountainbiken kunnen. De Knegt: "Met Nederland zijn we al zeker van 1 startplek. Maar het is een misverstand dat dat ticket al is toegekend aan Mathieu."
Normaal zou Van der Poel namelijk eerst moeten voldoen aan de prestatie-eis van het NOC. "Dat is in de top 8 rijden van een Wereldbeker crosscountry, maar als Mathieu daar niet in slaagt, kunnen we daar nog wel een mouw aan passen." Met andere woorden: daar is iets op te regelen.
De eerste wereldbekermanche is in Brazilië, maar daar zal Van der Poel door de voorjaarsklassiekers zeker niet rijden. "Het EK is wel een optie. Mathieu heeft zin om daar aan de start te staan. Meedoen aan de Wereldbekermanches in mei en juni is dan weer belangrijk om het competitiegevoel terug te krijgen, ritme op te doen en punten te sprokkelen. Al is het maar de vraag of hij met die UCI-punten veel zal opschieten."
Tour de France
Op de UCI-ranking heeft Van der Poel namelijk nul punten en waarschijnlijk zal hij niet genoeg punten kunnen pakken in de resterende wedstrijden om nog een startrij op te schuiven. Eén voordeel: op de Olympische Spelen is de startrij minder van belang dan op een WK. "Er gaan maar 36 renners van start, er zijn maar 5 startrijen."
Dan is er ook nog de vraag: past de Tour de France in het programma? "De Tour uitrijden is niet ideaal. Acht dagen na de finish staat het mountainbiken in Parijs al op het programma. Hij kan bijvoorbeeld net na de gravelrit afstappen, dat is net voor de eerste rustdag. Dan resten er nog drie weken tot de olympische mountainbikerace. Mathieu beseft dat hij keuzes zal moeten maken, maar hij ligt er zelf het minst van iedereen wakker van."
- Photo: Gregory van Gansen/PN/Cor Vos © 2023