Dit zijn deze winter de startgelden die Mathieu van der Poel & co opstrijken

We zitten middenin de drukste crossperiode van het jaar, waarin bij de mannen ook de veelbesproken Grote Drie hun gezicht in het veld laten zien. De andere heren maakten er voor hun terugkeer vaak heel mooie wedstrijden van, maar toch blijft hun schaduw altijd over de cross heen hangen.

Dat iedereen zo hard uitkeek naar de terugkeer van Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Tom Pidcock, danken de 'grote drie' aan hun populariteit. Voor de organisatoren hangt daar helaas ook een stevig prijskaartje met vier nullen aan vast. De grote tenoren lokken immers een pak meer volk naar de cross.

Volgens Het Nieuwsblad ligt het startgeld van Mathieu van der Poel en Wout van Aert tussen de 15.000 en 20.000 euro. Om ex-wereldkampioen Tom Pidcock aan de start te krijgen, moet een organisator 10.000 euro neertellen. Eli Iserbyt wil voor 'slechts' 5000 euro al een rugnummer opspelden. Michael Vanthourenhout en Laurens Sweeck zijn 4000 - 4500 euro waard en revelatie Thibau Nys is na elke start 2500 euro rijker.

{{ trans('customs.newsletter_signup.responsemsg') }}

{{ trans('customs.buttons.signup') }}

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

Vaste bedragen

Die bedragen liggen meestal op voorhand vast. Het zijn immers niet altijd de renners zelf die onderhandelen met de organisatoren. Binnen de X2O Badkamers Trofee voert drievoudig wereldkampioen Erwin Vervecken de onderhandelingen. "Wout en Mathieu hebben vaste vraagprijzen die iedereen betaalt. Dat is een prijs die al een tijdje vastligt. Die onderhandelingen gebeuren via ons, maar de andere organisatoren binnen de X2O Trofee nemen die prijs over."

Het heeft voor organisatoren overigens weinig zin om er een schepje bovenop te doen, om toch maar de grote drie aan de start te krijgen. "Die toppers kiezen hun programma niet op basis van het financiële, maar puur op basis van wat het ideale programma is in aanloop naar het voorjaar, in samenspraak met hun trainer."