Michel Wuyts ziet dat Evenepoel zijn klimvorm uit Vuelta 2022 nodig heeft: 'Maar die Evenepoel zagen we op hoge bergen nauwelijks terug'

Dat het met zijn tijdrit wel goed zit, bewees de Belg in de Dauphiné. Maar bergop moet hij serieus verbeteren wil hij Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard kunnen uitdagen in de Tour de France. Dat zag ook Michel Wuyts, zo schrijft de analist in zijn column voor Het Laatste Nieuws.

"Om hoog te mikken, heeft Evenepoel de superioriteit van de Vuelta van 2022 nodig. Toen klom hij voor de eerste rustdag als een gems. Hij greep soepel rood op de Pico Jano en nagelde de rest aan het kruis op de uiterst steile Les Praeres. Dat hij toen geen tegenstand had, is je reinste lulkoek."

Al waren Pogacar en Vingegaard, de twee beste klassementsrenners ter wereld, er niet. Maar toch er waren genoeg andere toprenners aanwezig. "Kregen toen een pak voor de broek: Roglic, Simon Yates, Carapaz, Landa, Kuss, Hindley, Kelderman, Hart en Mas. Ik herinner me erna zijn strijdbaarheid in de driedubbele klim in de Sierra Nevada. Kloek, tikkeltje overmoedig zelfs."

Covid

Evenepoel won nog genoeg sinds die Vuelta 2022, maar in het hooggebergte toonde hij ook meer scheurtjes dan de concurrentie. "Die Evenepoel van de Vuelta 2022 zagen we later op hoge bergen nauwelijks terug."

Al waren er genoeg redenen waarom Evenepoel zich bergop nauwelijks meer heeft kunnen meten met de besten. "In 2023 Covid in de Giro, vormdipjes in Zwitserland en een collaps in de rit over de Tourmalet in de Vuelta. Zijn escapades erna, in Asturias en Guadarrama, waren verbluffend, maar de confrontatie met het Visma-trio ging hij op de Angliru uit de weg. Een jammerlijke vlucht vooruit. Uit faalangst."

"Als klimmer strandde Evenepoel na die gewonnen Vuelta consequent in de hoge subtop. Tegen Pogacar en de beste Vingegaard zal hij in de Tour ‘schadebeperker’ blijven, zelfs in zijn beste klimvorm. Met “Ik mik op de top vijf” schat hij zichzelf correct in. Uit die zelfkennis kan overigens altijd nog iets mooiers groeien."