/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F02%2FgMbEXgacL6BxEc1738740187.jpg)
Charlotte Kool kende een bijzonder seizoen in 2024. De sprintster van Picnic PostNL kende veel fysieke malheur, maar beleefde wel een Tour de France om van te dromen. In de Tour de France Femmes pakte ze in eigen land het geel en won ze twee etappes.
Kool vindt zichzelf de snelste
In de eerste etappe naar Den Haag kende grote concurrente Lorena Wiebes pech en kwam het niet tot een rechtstreeks duel, maar een dag later in de ochtendetappe naar Rotterdam versloeg Kool haar nemesis - voor we ze in het begin van haar carrièrre de sprint aantrok - wel. Het verleidt haar tot een toch wel gewaagde conclusie in een interview met Wielerflits.
"Als je kijkt naar wie de snelste is, dan vind ik echt dat ik dat zelf ben. Als ik gezond ben. Maar Lorena heeft wel bewezen zwaardere parcoursen aan te kunnen. Zij kan Milaan-San Remo bijvoorbeeld wel zeker aan. Zij is een beetje de Jasper Philipsen van de vrouwelijke sprinters, als je het wilt vergelijken", zegt Kool, die zelf de eerste Milaan-Sanremo voor vrouwen waarschijnlijk zal overslaan omdat ze de combi Cipressa en Poggio te zwaar vindt.
Grootse plannen
De 25-jarige Blaricumse denkt dat ze het ooit wel aan kan en stelt duidelijk doelen voor dit jaar. "Ik heb er wel vertrouwen in dat ik ook die kant op kan gaan. Maar er komen ook een paar jonkies aan van achteren. Dat is alleen maar mooi en goed voor het vrouwenwielrennen. Wanneer ik naast de snelste sprinter ook de beste ben? Als ik komend jaar weer dertien keer win, waaronder in de Tour. Of dat we winnen waar ik wil winnen."
Als ze die doelen ook daadwerkelijk bereikt, kan ze onbetwist zeggen dat ze de beste sprintster van het vrouwenpeloton is - voorlopig zal toch bijna iedereen vinden dat dat Lorena Wiebes is. Met een landgenote als grootste concurrente is het ook in de nationale selectie dringen geblazen. Nu staan er de komende jaren geen sprint-WK's op de agenda, maar Kool heeft de UCI-kalender goed bekeken.
"Over een aantal jaar is er een mooi WK in Abu Dhabi (2028, red.). Daar kijk ik enorm naar uit. Dat is echt mijn stip op de horizon. Wat er nog moet gebeuren om Laurens ten Dam (de bondscoach, red.) ervan te overtuigen dat ik daar kopvrouw ben? Over de jaren heen bewijzen dat ik de snelste ben. En op de momenten dat ik er moet staan, ik er sta."
- Cor Vos