'Ik zou bijna zeggen een wereld van verschil': Wout van Aert vol vertrouwen na Ronde van de Algarve

Het kwam als een verrassing, maar in de slotttijdrit van de Ronde van de Algarve werd Wout van Aert knap tweede in een tijdrit met een pittige klim aan het einde. Hij moest alleen ploeggenoot Jonas Vingegaard voorlaten in Portugal.

Van Aert voelt wereld van verschil

Hij liet zowel de klimmers als gepatenteerde tijdrijders als Filippo Ganna achter zich (met 40 seconden verschil). Dat resultaat is een opsteker voor Van Aert. Vooraf dachten zowel hijzelf als de ploegleiding dat het te zwaar zou zijn voor de Belg, zeker omdat het in het deel voor de steile klim van gemiddeld 9 procent ook allesbehalve vlak was - bovendien richt Van Aert zich dit seizoen voorlopig niet meer echt op het tijdrijden.

{{ trans('customs.newsletter_signup.responsemsg') }}

{{ trans('customs.buttons.signup') }}

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

Het is een goed teken richting het openingsweekeinde van aanstaande zaterdag en zondag, waarin Van Aert zowel in Omloop Het Nieuwsblad als Kuurne-Brussel-Kuurne van start gaat. Van Aert voelde zich flink verbeteren in de Algarve.

"We waren ook op zoek naar dat extra procentje dat ik zou kunnen krijgen door te koersen in plaats van te trainen en ik denk dat het gelukt is. Ik voel echt het verschil met de Clasica Jaén van vorige week maandag. Ik zou bijna zeggen: een wereld van verschil. De eerste koers is soms een schok voor het systeem en in Jaén was dat met die gravel zeker het geval."

Van Aert denkt ook dat hij met de Algarve in de benen een heel andere uitslag had gereden in Jaén. "Laat mij eerst de Ronde van de Algarve rijden en twee dagen later Jaén en je zou een veel realistischer beeld hebben gekregen van hoe goed ik was. Ik ben ervan overtuigd dat ik een stap vooruit heb gezet."

Sprints

In de sprints kwam Van Aert er niet aan toe tegen nou niet bepaald de allerbeste sprinters van het peloton - die reden allemaal in de UAE Tour. Daarvoor heeft hij wel een verklaring.

"Ik weet dat mijn sprint veel beter tot zijn recht komt in zwaardere wedstrijden. Zaterdag was op papier dan ook mijn beste kans, maar zowel het parkoers als de wedstrijdomstandigheden vielen makkelijker uit dan ik had verwacht. Als ik moet sprinten tegen mannen als Meeus, De Lie, Fretin of Dainese, moet het ofwel heel zwaar geweest zijn of moet echt alles meezitten. Ik heb niet de topsnelheid van die pure sprinters."