/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F03%2FZ7vN53Kurhk2W71741514478.jpg)
Het was weliswaar niet zo'n lange solovertoning als vorig jaar, toch was de overwinning van Tadej Pogacar in Strade Bianche er eentje voor de geschiedenisboeken. Nadat hij in eerste instantie niet in staat was om Tom Pidcock te lossen op de zware gravelstroken ging de wereldkampioen hard onderuit. Niet getreurd, want Pogacar leek er extra energie van te krijgen. In no-time dichtte de gehavende Sloveen het gat met Pidcock.
'Ik was jaloers'
Dat viel ook Lance Armstrong op, die samen met zijn makkers van weleer, Johan Bruyneel en George Hincapie, de koers analyseerde op zijn podcast TheMove. "Gelukkig was het niet dezelfde one-man show als vorig jaar. Voor de mensen die thuis voor de televisie zitten is dat wel zo fijn. Ik zou zeggen dat hij op 90% van die prestatie zat gisteren. Ik heb met verbazing en ook een beetje jaloezie gekeken naar hoe snel hij weer opstond na die harde valpartij."
Na de koers gingen er geluiden op dat de concurrentie in de toekomst niet meer moet meerijden met Pogacar op kop. Armstrong gelooft daar niet zo in. "Voor iemand als Pidcock lijkt me dat erg moeilijk. Iemand met zijn palmares kan het zich eigenlijk niet veroorloven om niet mee over te nemen. Het is zeker een optie als je Pogacar wil kloppen, maar een renner van zijn kaliber kan dat niet doen."
Wielergoden
Armstrong vond dat er wel een verschil was tussen de prestatie van Pogacar vorig jaar en dit jaar. "Vorig jaar gaf hij voor de start precies aan waar hij zou gaan aanvallen. Iedereen wist wat er ging gebeuren en toch reed hij nog bij iedereen weg. Dat gebeurde gisteren niet, maar daarmee wil ik zijn prestatie op geen enkele manier bagatelliseren."
"Deze jongen is zo goed. Wat zou er gebeuren als de wielergoden naar de aarde kwamen en zeiden: 'Dit is te saai. We geven jou vijf minuten achterstand bij de start.' Dan zou ik mijn geld nóg steeds op Pogacar zetten."
- Cor Vos