/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F03%2FXc3VN6dUa2W5O61742084826.jpg)
Ritwinst zat er niet in. Een herhaling van de doldrieste Tirreno-Adriatico van 2021 al helemaal niet. Toch maakte Mathieu van der Poel deze week grote indruk in de Koers der twee Zeeën. Vooral bergop.
Opvallend
Van der Poel kwam allereerst sterk voor de dag in de lastige finale van rit drie, waar hij helaas ingesloten raakte in de sprint. Ook in de zware waaierrit op dag vier was hij op de afspraak. Hij stond als nummer drie op een volledig Nederlands podium, ondanks mindere benen.
Het meest indrukwekkend was Van der Poels prestatie in de vijfde etappe. Ook volgens hemzelf. De Nederlander overleefde de lastige laatste klim, ondanks tempoversnellingen van Juan Ayuso en co. Hij won vervolgens de groepssprint, maar had de pech dat vluchter Fredrik Dversnes nog vooruit reed.
Van der Poel baalde van het mislopen van de ritzege, maar was vooral trots op zijn prestatie bergop. En terecht. De 30-jarige klassiekerkopman van Alpecin-Deceuninck klom voor zijn doen uitstekend. En dat is best opmerkelijk in deze fase van het seizoen.
Van Zürich naar Vlaanderen
Vorig najaar ging Van der Poel ook uitzonderlijk goed omhoog. In aanloop naar het WK in Zürich speelde hij een aantal kilo's kwijt en was hij meer gefocust op het klimmen. Met resultaat, want hij reed een ijzersterke wegrit en veroverde er de bronzen plak.
Maar de Van der Poel van Zürich was een totaal andere dan die van het voorjaar in 2024. Toen ging hij, met een zwaarder lijf, een stuk minder hard omhoog. In de Amstel en in Luik, maar later ook in de Tour had hij het lastig bergop.
Rondom het WK legde Van der Poel uit dat hij het nodige moet opofferen om goed voor de dag te komen op klimparkoersen. Dan gaat het vooral om kilo's spiermassa. En die massa is nu precies wat hem helpt in 'zijn' Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix.
Wil het feit dat Van der Poel nu zo goed omhoog gaat daarom zeggen dat hij in de voorbereiding minder nadruk legt op de Ronde en Roubaix? Nee, integendeel. Het zijn ook dit voorjaar zijn speerpunten. Misschien wel meer dan ooit. Zo kan hij in Vlaanderen geschiedenis schrijven door alleen recordhouder te worden.
Duelleren met Pogacar
Echter, op weg naar dat doel botst hij dit voorjaar meerdere keren op Tadej Pogacar. Dat verandert de zaak. De wereldkampioen nam vorig jaar niet deel aan de Ronde van Vlaanderen. Een jaar eerder wel. Toen reed hij Van der Poel uit het wiel op de Oude Kwaremont. En dat wil de Nederlander zich niet nog eens laten gebeuren.
Van der Poel beseft inmiddels dat Pogacar zijn enige overgebleven concurrent is in Vlaanderen. Hoe geweldig sterk Wout van Aert ook is, een échte concurrent voor Van der Poel is hij op de Vlaamse hellingen al een tijdje niet meer. Van der Poel vreest enkel nog maar Pogacar.
Dat verklaart waarom Van der Poel in de Tirreno-Adriatico zo sterk klimt. Wil hij de Sloveen verslaan, ook in Milaan-Sanremo, dan moet hij bergop zijn mannetje staan. Om die magische vierde overwinning in de Ronde van Vlaanderen te boeken, heeft Van der Poel simpelweg betere klimmersbenen nodig dan vorig jaar.
Daartegenover staat dat Van der Poel mogelijk inlevert op inhoud. Maar gelukkig heeft hij genoeg speelruimte, kijkend naar zijn overmacht in 2024. Toen stak de Nederlander er met kop, schouders, romp en benen bovenuit. Daar kan best wel wat vanaf in ruil voor betere kansen tegen Pogacar.
- Cor Vos