/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F04%2Fv2siniGFMnEEFI1744095644.jpg)
Parijs-Roubaix is een van de weinige koersen die renners willen uitrijden, ook als ze al buiten tijd zijn. Jardi van der Lee maakte het vorig jaar mee, want hij kwam te laat aan op de wielerbaan in Roubaix. De renner van EF Education-EasyPost legt uit hoe het is om in de achtergrond verzeild te raken tijdens de kasseienklassieker.
Wind
"Het is zo'n speciale wedstrijd", begint Van der Lee zijn verhaal. "Het eerste uur vorig was volle bak wind mee, we reden rond de zestig kilometer per uur gemiddeld. Het ging zo hard, waardoor niemand wegkwam. Na een uur was ik betrokken bij een val. Snel terug op de fiets en daarna terug naar het peloton, maar daar was men al bezig met positioneren."
Het lag al zo'n beetje vast hoe de posities zouden zijn bij het aanvatten van de eerste kasseienstrook. Van der Lee zat achteraan. "We reden die kasseien op en vanaf dan was het eigenlijk één lange tijdrit naar de finish."
Een tijdrit met obstakels, lacht Van der Lee. "Vanaf dat moment vallen er gaten voor je, en kun je ook moeilijk inhalen door de bolling op die stroken. Aan de zijkanten ben je sowieso gezien. Ik kwam in een groepje te zitten waar steeds meer jongens uitgingen. Die stapten af."
Feestvierders
Van der Lee en een aantal andere overlevers deden dat niet. "We kwamen op het punt dat verzorgers vertrokken. En dan ben je in je eentje bezig aan die overlevingstocht. Ja, het is echt zo van: zoek jij het maar uit. In mijn groepje zaten we allemaal zonder drinken. Er waren gelukkig een paar campers met mensen die feestvierden waar we stopten om ons bidon te laten vullen."
"Echt bizar: in de koers stoppen om je bidon bij te vullen en dan weer door te gaan. We kregen water en ook nog een colaatje. Op die manier konden we er voorlopig weer tegenaan."
Van der Lee finishte in een groepje met Alexis Renard en Blake Quick. "We zaten er allemaal compleet doorheen. Er wordt ook weinig gezegd onderling, omdat iedereen zo zit af te zien. Het gaat er aan de kop natuurlijk heel anders aan toe, maar in de achtergrond doet iedereen vooral nog wat hij kan."
- Cor Vos